Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 05/0018/GB, 3 februari 2005, beroep
Uitspraakdatum:03-02-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 05/18/GB

Betreft: [klager] datum: 3 februari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 december 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Zutphen afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 9 november 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. De Kruisberg te Doetinchem.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Zutphen als volgt toegelicht. Het maakt klager niet uit of hij in het oude h.v.b. of in het nieuwe h.v.b. te Zutphen wordtgeplaatst. Klagers gezin zit in de schuldsanering en kan de kosten om klager te bezoeken moeilijk opbrengen. Het gezin krijgt soms hulp maar niet altijd. Het huis van bewaring Zutphen ligt op loopafstand voor zijn vrouw. Klagersvrouw is al zestien kilo afgevallen en het gaat ook niet lekker met zijn zoon. Hij mist zijn vader.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is preventief gehecht in verband met de verdenking van zware mishandeling van zijn vriendin. Er is een executie-indicator afgegeven en het openbaar ministerie heeft desgevraagd advies uitgebracht inhoudende dat er geenbezwaar is tegen overplaatsing naar Zutphen. Uitgangspunt bij het plaatsingsbeleid is dat men preventief gehechten zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting worden geplaatst in verband met het bevorderen van een efficiënte engoede rechtsgang. Het ontvangen van bezoek is van ondergeschikt belang. Bij klager is geen sprake van het niet ontvangen van bezoek. Vrouw en kind (geboren op 15 november 2004 en reist nog gratis) komen wekelijks bij hem op bezoek.De reisafstand Zutphen-Doetinchem is acceptabel.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager is preventief gehecht in het h.v.b. Doetinchem. Klager prefereert in verband met zijn bezoek overplaatsing naar het h.v.b. Zutphen en de officier van justitie heeft geen bezwaar tegen de overplaatsing van klager naarZutphen. De selectiefunctionaris heeft het verzoek afgewezen, omdat uitgangspunt van het plaatsingsbeleid is dat een gedetineerde zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting geplaatst wordt.
Klager is preventief gehecht ten behoeve van het arrrondissementsparket Zutphen.
Nu de inrichting waar klager thans verblijft als ook de inrichting waarop klagers verzoek betrekking heeft, binnen het arrondissement Zutphen liggen, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris,waarin het plaatsingsbeleid voorop wordt gesteld en het ontvangen van bezoek van ondergeschikt belang wordt geacht, niet in stand kan blijven. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen metinachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 3 februari 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven