nummer: 04/2711/GA
betreft: [klager] datum: 2 februari 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 12 november 2004 van de beklagcommissie bij de locatie Zwolle,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 20 januari 2005, gehouden in de locatie Zwolle, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur van de locatie Zwolle.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. een disciplinaire straf van opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel voor de duur van 2 dagen met verwijdering van de t.v., omdat klager zonder toestemming een Panorama uit de bibliotheek heeft meegenomen;
b. de weigering van het bezoek van klager;
c. een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel voor de duur van 2 dagen en de oplegging van een schadebedrag van 50 euro te voldoen in 4 wekelijkse termijnen, omdat klager zijn celraam heeft vernield.
De beklagcommissie heeft het beklag op alle onderdelen ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot a.
Klager wist niet dat er zo moeilijk over gedaan zou worden. Er is hem niet gezegd dat hij voor het meenemen van een tijdschrift gestraft zou worden. Bovendien doet Justitie precies hetzelfde; na zijn overplaatsing miste klagertijdschriften en ook uit zijn cel zijn tijdschriften meegenomen. Hij heeft zich daarover beklaagd bij de beklagcommissie en die zaak loopt nog. Voorheen werden tijdschriften voor klager gereserveerd. Klager is het niet eens met destraf; de directie had kunnen volstaan met een waarschuwing. Het was een andere directeur die de straf heeft opgelegd.
Met betrekking tot b.
Door de versobering waren de regels veranderd. Klager heeft een penitentiair inrichtingswerker (piw’er) met de naam [...] gevraagd hoe het bezoek nu geregeld was. Klager vroeg zich af of dat hetzelfde zou gaan als in een aantalandere inrichtingen waar je van tevoren geen bezoekafspraak hoeft te maken. De piw’er vertelde klager dat er geen afspraak voor het bezoek hoefde te worden gemaakt. Bezoekers konden onaangekondigd komen, als ze maar 10 minuten vantevoren aanwezig waren. Klager heeft dit aan zijn bezoek verteld. Zijn bezoek was ruim op tijd aanwezig, maar werd toch weer weggestuurd. De regels zijn niet goed duidelijk gemaakt. Klager weet zeker dat er op zijn afdeling geenbriefjes hingen. Alleen de bovenverdieping was ge?nformeerd. De piw’er op klagers afdeling was in ieder geval niet op de hoogte. Pas na het incident van klager zijn er briefjes op de afdeling opgehangen. Klager is op 1 september2004 in de locatie Zwolle gekomen. Hij heeft eerder bezoek gehad en daarvoor moest toen telefonisch een afspraak worden gemaakt.
Met betrekking tot c.
Klager zat in zijn cel en raakte in paniek toen er niet werd gereageerd op de intercom. Zijn bezoek zou komen en hij dacht dat hij door het personeel was vergeten. Hij heeft tegen zijn celraam getikt om lawaai te maken en deaandacht te trekken van de piw’er op het plein. Hij heeft niet opzettelijk of moedwillig het raam stuk willen maken. Het was een ongeluk en daarvoor is een WA-verzekering. Het bedrag dat klager moest betalen is veel te hoog. Eenboete volgens de Pbw mag maximaal tweemaal een weekloon zijn van 12,50 euro. Als je de boete niet betaald, moet er een vervangende straf worden opgelegd. Dat heeft de directeur niet gedaan. Het geld is tegen klagers wil van zijnrekening afgeschreven. Hij wil niet betalen. In het rapport staat dat klager boos was over het feit dat zijn bezoek niet doorging. Maar dat zijn bezoek was geweigerd was klager op dat moment nog helemaal niet verteld; dat klopt dusniet.
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Met betrekking tot a.
Het is toegestaan om oude, afgeschreven exemplaren op verzoek mee te nemen uit de bibliotheek. Het tijdschrift echter dat klager meenam was een nieuw exemplaar, dat je bij de bibliothecaresse kan reserveren. Klager had het blad ineen boek gestopt en probeerde dat zonder iets te zeggen mee te nemen. Hij heeft een en ander toegegeven bij het horen voor de straf. De disciplinaire straf van twee dagen is alleszins redelijk. De directeur heeft klager niet ook nogde toegang tot de bibliotheek ontzegd, omdat dit een van de weinige activiteiten is die klager onderneemt. Een ander directielid heeft de straf afgehandeld, maar dat maakt niet uit.
Met betrekking tot b.
Het recht van klager op bezoek staat buiten kijf. De verandering met betrekking tot het bezoek, die samenhing met het gewijzigde dagprogramma, hield in dat elke afdeling een vaste bezoekdag kreeg. Dat was voorheen niet zo. Deverandering is rond 30 september 2004 uitgebreid bekendgemaakt middels briefjes op de afdeling en de gedeco is geïnformeerd. Verder is er een voorlichtingsronde voor het personeel geweest. De directeur begrijpt dan ook niet dat dedoor klager genoemde piw’er niet op de hoogte zou zijn geweest. Het maken van een bezoekafspraak is altijd al regel geweest, dat is niet veranderd.
Met betrekking tot c.
Er zit behoorlijk dik glas in het celraam. Je moet met het nodige geweld op het glas slaan, wil je dat stuk krijgen. De directeur heeft klager, rekening houdend met de omstandigheden en zijn psychisch welbevinden, slechts een strafvan twee dagen opgelegd. Een nieuw raam kost 500 euro. Een schadebedrag van 50 euro te betalen door klager is dan alleszins redelijk.
3. De beoordeling
Met betrekking tot de onderdelen a en b en de opgelegde disciplinaire straf van onderdeel c is de beroepscommissie van oordeel dat hetgeen in beroep is aangevoerd niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van debeklagcommissie. Het beroep zal derhalve in zoverre ongegrond worden verklaard.
Met betrekking tot het opgelegde schadebedrag en verrekening daarvan met klagers rekening-courant overweegt de beroepscommissie het volgende. Er is geen sprake van de oplegging van een geldboete. Ingevolge artikel 51, vierde lid,Pbw laat de oplegging van een straf onverlet de mogelijkheid voor de directeur om terzake van de door de gedetineerde toegebrachte schade met hem een regeling te treffen. Hiervoor is de toestemming van de gedetineerde nodig en dieontbreekt in dit geval. Gelet hierop had de directeur niet eenzijdig kunnen beslissen tot oplegging aan klager van een schadebedrag van 50 euro en vervolgens niet zonder klagers toestemming tot verrekening van dit bedrag met hetsaldo van klagers rekening-courant mogen overgaan. Het beroep van klager zal derhalve wat dit betreft gegrond worden verklaard. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager, maardraagt de directeur op tot teruggave aan klager van een bedrag van 50 euro.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot de onderdelen a en b en de opgelegde disciplinaire straf van onderdeel c ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie. Zij verklaart het beroep metbetrekking tot de oplegging van een schadebedrag van 50 euro en verrekening daarvan met klagers rekening-courant gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond.Zij draagt de directeur op tot teruggave aan klager van een bedrag van 50 euro.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. R. Weenink, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 2 februari 2005.
secretaris voorzitter