Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2529/GA, 1 februari 2005, beroep
Uitspraakdatum:01-02-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2529/GA

betreft: [klager] datum: 1 februari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 6 oktober 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Noord-Holland Noord, unit Zuyder Bos,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 11 november 2004, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager gehoord.
De directeur van de unit Zuyder Bos heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Naar aanleiding van gerezen onduidelijkheid omtrent de toepassing van het sanctiebeleid is de directeur schriftelijk om een nadere uitleg gevraagd, welke per fax van 22 december 2004 is ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een disciplinaire straf, inhoudende beperking van klagers verlof waarbij het weekendverlof 72 uur is ingetrokken vanwege het feit dat klager zich gedurende 22,5 uur aan detentie heeft onttrokken en daarmee dehuisregels heeft overtreden.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt, voor zover hier van belang, als volgt toegelicht.
Ik ben het niet eens met de genomen beslissing. Ik heb niet zo’n goed detentieverleden achter de rug, maar sinds het begin van deze detentie heb ik een keuze gemaakt mijn leven weer op de rails te zetten. In de huidige detentie hebik meteen hulp gevraagd. Met behulp van onder meer de psycholoog zijn we tot een behandelplan gekomen. Ik heb door middel van urinecontrole’s laten zien dat ik niet naar de drugs heb gegrepen. Ik ben 22,5 uur te laat van mijn verlofteruggekeerd. Tijdens de begrafenis van mijn oom is mijn oma overleden. Ik kwam in een situatie, waarin ik niet helder kon nadenken. Ik koos voor mijn moeder. Na de begrafenis van mijn oma ben ik teruggekeerd.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht. Dit standpunt luidt als volgt. Klager is op zaterdag 31 juli 2004 onrechtmatig 22,5 uur te laat teruggekeerd van eenbehandelingsbezoek aan de Waag. De hiervoor opgelegde sanctie is geheel conform de in Westlinge geldende huisregels en het sanctiebeleid.

3. Nadere inlichtingen directeur
In verband met de gerezen onduidelijkheid omtrent de toepassing van het sanctiebeleid is de directeur schriftelijk gevraagd hoe in het geval van klager de berekening tot stand is gekomen, inhoudende dat zijn weekendverlof voor 72uur is ingetrokken en of het de eerste of de tweede keer betrof dat klager te laat van een verlof terugkeerde. Hierop heeft de directeur als volgt gereageerd. Er is beslist geen sprake van een tarieflijst in het sanctiebeleid. Hetbetreft slechts een interne richtlijn waarbij zowel de aard en ernst van de overtreding van de regels, alsmede de herhalingsfactor van overtredingen in aanmerking worden genomen in de advisering ten behoeve van de behandeling vaneen rapport.
Klager heeft zich voor de duur van bijna een etmaal aan zijn detentie onttrokken.Hierop volgt normaal een voorstel tot herselectie naar een gesloten setting of een selectie voor persoonsgebonden verlof. Het persoonlijk belang vanklager met betrekking tot zijn kans op resocialisatie en recidivevermindering is hierbij een zwaarwegend argument geweest.
In de gehanteerde wijze van sanctioneren kon de externe behandeling doorgang vinden, hetgeen bij een overplaatsing niet langer het geval zou zijn. Tijdens het horen is derhalve ook nadrukkelijk duidelijk gemaakt, en geaccepteerddoor klager dat hier bij wijze van uitzondering voor deze sanctionering werd gekozen.

4. De beoordeling
Niet in geschil is dat klager op 31 juli 2004 te laat van zijn verlof is teruggekeerd. Dat hem om die reden een sanctie is opgelegd, kan dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Op grond van artikel 51, eerstelid, onder a, juncto artikel 50, eerste lid, Pbw kan de directeur, indien de gedetineerde betrokken is bij feiten die onverenigbaar zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel met de ongestoorde tenuitvoerlegging vande vrijheidsbeneming, besluiten het eerstvolgende verlof te weigeren, in te trekken of te beperken. In het sanctiebeleid van de beperkt beveiligde inrichting Westlinge, naar welk beleid de directeur in zijn reactie op het beklagnadrukkelijk gewezen heeft, is ten aanzien van het te laat terugkeren van weekendverlof/onbegeleide transporten opgenomen dat indien dit de eerste keer gebeurt dit leidt tot inkorting van het volgende verlof voor de duur van vieruur van het weekend verlof plus de verdubbeling van de onttrekking van het weekendverlof. In het geval van klager komt dit neer op vier uur plus twee maal 22,5 uur. Op grond van dit sanctiebeleid zou klagers eerstvolgendeweekendverlof ingekort dienen te worden met 49 uur. Gelet hierop en hetgeen hiervoor is overwogen, is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de directeur om aan klager een disciplinaire straf op te leggen inhoudendeintrekking van 49 uur van het weekendverlof niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk moet worden aangemerkt. Het beroep is in zoverre ongegrond. Tenaanzien van het meerdere, namelijk 23 uur, zal het beroep gegrond verklaard worden.

Klager zal de na te noemen tegemoetkoming worden toegekend.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond voor zover dit de intrekking van 49 uur van het weekendverlof betreft en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagrechter.
De beroepscommissie verklaart het beroep voor het meerdere gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond.

Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. H. Heijs en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 1 februari 2005.

secretaris voorzitter

Naar boven