Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2728/TA, 24 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:24-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2728/TA

betreft: [klager] datum: 24 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 oktober 2004 van de beklagcommissie bij het Centrum voor Forensisch Psychiatrische Zorg Oldenkotte te Rekken, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 december 2004, gehouden in de locatie De Schie te Rotterdam, is gehoord namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], operationeel afdelingsmanager.
Klager heeft schriftelijk bericht niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afzondering in de persoonlijke verblijfsruimte wegens dreigend en agressief gedrag jegens personeel, ingaande 23 augustus 2004 te 17.30 uur.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Klager heeft het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Terzake van de afzondering wordt verwezen naar de aan de beklagcommissie overgelegde stukken.

3. De beoordeling
Aannemelijk is geworden dat klager na zijn terugkeer op de afdeling vanuit de separeerruimte op 19 augustus 2004 bij een fors aantal gelegenheden zowel verbaal als fysiek dreigend en agressief is geweest, mede waardoor klagersoptreden door het personeel als onvoorspelbaar en vergelijkbaar met het gedrag voorafgaand aan de separatie van 11 augustus 2004 (beroep nr 04/2727/TA) is ervaren. Uit de schriftelijke mededeling van oplegging van deafzonderingsmaatregel van 24 augustus 2004 blijkt dat klager niet voorafgaand, doch eerst 25 uur na aanvang van de afzondering is gehoord, omdat 'de veiligheid in het geding was'. De beroepscommissie acht het wenselijk, dat in gevalvan een te maken uitzondering op de hoorplicht een van beide in artikel 53, vierde lid, onder b, Bvt genoemde gronden wordt aangevoerd. Ambtshalve merkt de beroepscommissie voorts op dat de van het horen na 25 uur na aanvang van deafzondering gewag makende schriftelijke mededeling in strijd met artikel 54, eerste lid, onder a, Bvt niet onverwijld is uitgereikt aan klager. Dit leidt ertoe dat het beklag op formele grond gegrond had moeten worden verklaard.
Inhoudelijk bezien is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden verklaard.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig om aan klager vanwege de gegrondverklaring van het beroep op formele grond een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep voorzover dat betrekking heeft op het wettelijke vereiste van onverwijlde uitreiking van de schriftelijke mededeling gegrond en vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie enverklaart het beklag in zoverre alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.
De beroepscommissie verklaart het beroep op materiële grond ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. Y.A.J.M. van Kuijck en mr.drs. T.A.M. Louwe, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 24 januari2005.

secretaris voorzitter

Naar boven