Nummer: 04/2973/GB
Betreft: [klager] datum: 26 januari 2005
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 7 december 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Lelystad ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 30 september 2004 gedetineerd. Op 26 november 2004 is hij geplaatst in de gevangenis Lelystad, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Nu hij in de gevangenis Lelystad zit, ziet hij toch wel duidelijk dat hij erop vooruit is gegaan in vergelijking met zijn eerdere verblijf in het huis van bewaring Zutphen. Hij had reeds eerder aangegeven dat zijn bezoek ver moetreizen naar Lelystad. Klager kan zich echter in het geheel niet vinden in de beslissing dat hij op een meerpersoonscel is geplaatst. Hij zit niet lekker in zijn vel en het zou beter zijn als hij en zijn celgenoot allebei in eeneigen cel geplaatst worden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is afgestraft waardoor hij voor plaatsing in een gevangenis in aanmerking komt. Klager heeft aangegeven een voorkeur te hebben voor plaatsing in Arnhem of Zwolle. Echter in beide plaatsen is er alleen h.v.b. capaciteit.Praktisch in elke inrichting bestaat de kans dat klager op een meerpersoonscel geplaatst wordt. De gevangenis Lelystad vormt daar geen uitzondering op.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. De beroepscommissie begrijpt uit klagers beroepschrift dat klager het niet langer oneens is met zijn selectie voor de gevangenis Lelystad, maar dat zijn bezoekargument overeind blijft. Dienaangaande overweegt deberoepscommissie dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd is met de wet en kan, bijafweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnenkomen. Het beroep zal mitsdien ongegrond worden verklaard.
4.3. Ten aanzien van klagers argument dat hij niet langer in een meerpersoonscel geplaatst wil zijn, wordt opgemerkt dat de beslissing een gedetineerde op een meerpersoonscel te plaatsen een beslissing van de directeur is. Deberoepscommissie kan daar in het kader van deze behandeling geen oordeel over geven. Klager dient hiervoor de weg van de beklagprocedure te bewandelen.
Klager zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard in dit onderdeel van zijn beroep.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de plaatsing in de gevangenis Lelystad ongegrond.
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep voor zover dit is gericht tegen de beslissing hem op een meerpersoonscel te plaatsen.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 26 januari 2005
secretaris voorzitter