Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2812/GB, 17 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:17-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2812/GB

Betreft: [klager] datum: 17 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. C.H. Pentinga, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 15 november 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Torentijd te Middelburg of het h.v.b. Nieuw Vosseveld te Vught afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 9 september 2004 gedetineerd. Hij verblijft thans als preventief gehechte in de locatie De Berg (h.v.b.) te Arnhem.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Torentijd of het h.v.b. Nieuw Vosseveld als volgt toegelicht. In het verzoek tot overplaatsing is gesteld dat klagerbang is dat hem iets zal overkomen in de locatie De Berg en dat deze angst hem beperkt in de uitoefening van zijn dagelijkse bezigheden. In de afwijzende beslissing van de selectiefunctionaris wordt gesteld dat deze angst bij klagerniet zou bestaan, omdat is geconstateerd dat klager zich niet opsluit in zijn cel. Hiermee is de afwijzing van klagers verzoek ondeugdelijk gemotiveerd. Voorts wordt gesteld dat het verder weg plaatsen van klager van het parket vaninsluiting een ongestoorde en efficiënte rechtsgang niet ten goede komt. Deze redenering gaat niet op. De afstand van Amsterdam naar Arnhem is ongeveer 103 kilometer. De afstand Amsterdam-Middelburg is weliswaar 202 kilometer maarVught is slechts 95 kilometer van Amsterdam verwijderd. De grond van afwijzing is derhalve feitelijk onjuist en de afwijzing ondeugdelijk gemotiveerd. De afwijzing getuigt voorts niet van een zorgvuldige belangenafweging. Er is tegemakkelijk voorbij gegaan aan het belang dat klager heeft bij het gevoel van veiligheid en het gedetineerd zijn dichterbij de woonplaats van vrienden en kennissen in verband met het kunnen ontvangen van bezoek. Het merendeel vanklagers vrienden en kennissen woont in Zeeland en zijn broer in Vught.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager geeft aan dat er bepaalde gevaarlijke personen naar hem op zoek zijn in verband met een uit de hand gelopen drugsdeal. Andere gedetineerden in de locatie De Berg zouden bezoek van deze personen ontvangen. Klager noemt geennamen. Bij het b.s.d. van De Berg is meermalen navraag gedaan naar de angst van klager. Het b.s.d. had niet de indruk dat klager angstig is. Hij neemt deel aan het arbeidsproces en sluit zich zeker niet op in zijn cel. Klager ispreventief ingesloten voor het parket Amsterdam. Het verder wegplaatsen van het parket van insluiting komt een ongestoorde en efficiënte rechtsgang niet ten goede.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klagers heeft verzocht om overplaatsing naar een ander h.v.b. te Vught of Middelburg, omdat hij bang is dat hem iets zal overkomen in het huis van bewaring te Arnhem. Van enige bedreiging van klager aldaar is echter nietgebleken. Voorts is klagers verzoek afgewezen, omdat het verder wegplaatsen van het parket van insluiting een ongestoorde en efficiënte rechtsgang niet ten goede komt. Weliswaar is de afstand tussen Amsterdam en Vught geringer dande afstand tussen Amsterdam en Arnhem, maar daar staat tegenover dat, gelet op de veelal lange files tussen Utrecht en ’s-Hertogenbosch, het transport Arnhem-Amsterdam, en vice versa, minder bezwaarlijk is dan het transport tussenVught en Amsterdam. Derhalve is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldendecriteria, niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 17 januari 2005

secretaris voorzitter

Naar boven