Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2777/GA, 21 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:21-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2777/GA

betreft: [klager] datum: 21 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Midden Holland, locatie Alphen aan den Rijn,

gericht tegen een uitspraak van 8 november 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 7 januari 2005, gehouden in voormelde p.i., is gehoord [...], unit-directeur bij voormelde p.i..

Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat aan klager met ingang van 1 september 2003 geen twee uur onderwijs per week meer wordt aangeboden en dat crea tegelijkertijd met de recreatie wordt aangeboden.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Per 1 september 2003 is het dagprogramma teruggebracht naar het wettelijk minimum van 78 uur met ten minste 43 uur aanactiviteiten. Het dagprogramma van vóór 1 september 2003 was ruimer. Het terugbrengen van het dagprogramma en aantal uren activiteiten naar het wettelijk minimum zou formatief meer ruimte moeten bieden om onderhands juist meer tekunnen aanbieden dan wat sec in het dagprogramma staat.
Crea kan soms tegelijkertijd met de recreatie plaatsvinden, maar als dat geschiedt, kan klager met een ander recreatieblok mee recreëren. Het aantal uren onderwijs is niet minder geworden. Verzocht wordt om het beroep gegrond teverklaren en de uitspraak van de beklagrechter te vernietigen.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Anders dan de beklagrechter heeft geoordeeld, valt uit het klaagschrift af te leiden dat klager zich beklaagt over het feit dat sinds 1 september 2003 geen twee uur onderwijs per week meer wordt aangeboden en dat het onderdeel creategelijkertijd met het onderdeel recreatie wordt aangeboden. De directeur heeft hierop geantwoord dat met het invoeren van het nieuwe dagprogramma het aantal uren onderwijs niet minder is geworden en dat het weliswaar voorkomt datcrea en recreatie tegelijkertijd worden aangeboden, maar dat klager kan kiezen om te recreëren tijdens een ander recreatieblok.
Uit de door de directeur verstrekte informatie volgt dat niet is gebleken dat klagers recht, als vermeld in artikel 3, derde lid, aanhef en onder a. Pm, op minimaal 43 uur activiteiten en bezoek per week zou zijn geschonden.Derhalve zal de beroepscommissie het beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. M. Kooyman en mr. Th.E.M. Wijte, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 21 januari 2005

secretaris voorzitter

Naar boven