Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2588/GA, 6 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:06-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2588/GA

betreft: [klager] datum: 6 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W. de Bruin, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 oktober 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 december 2004, gehouden in de p.i. Amsterdam, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij voormelde locatie, bijgestaan door zijn raadsman mr. A. Moonen.
Klagers raadsman, mr. J.W. de Bruin, heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de invoering van een gewijzigd dagprogramma, waardoor inbreuk gemaakt wordt op klagers individuele rechten.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager heeft het woord gevoerd overeenkomstig de door hem overgelegde pleitnotitie. Een afschrift van die pleitnotitie met bijlagen is aan deze uitspraak gehecht en de inhoud daarvan geldt voor hier ingevoegd. Voorts heeft klagernog aangevoerd dat hij het niet eens is met de stelling van de directeur dat de wijziging van het dagprogramma tijdig bekend zou zijn gemaakt. Weliswaar is er over die wijzigingen wel al een maand voor de datum van invoeringgesproken maar tussen dat gesprek en de feitelijke invoering is er nog veel gesleuteld aan de inhoud. De gedetineerden wisten enkel dat het programma gewijzigd zou worden, wat er precies gewijzigd zou worden wisten zij echter niet.Door de wijzigingen van het dagprogramma, de versobering daarvan, verdwijnt feitelijk het karakter van de half-open inrichting. Men dient verplicht in het appartement te verblijven. Feitelijk is er sprake van een gesloten inrichtingwaar regimair verlof mogelijk is.
Door en namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur verwijst naar hetgeen tegenover de beklagrechter naar voren is gebracht. Voorts sluit de directeur aan bij de beslissing van de voorzitter van de beroepscommissie d.d. 24 september 2004 (kenmerk 04/2242/SGA), waarbij devoorzitter verzoeker niet ontvankelijk heeft verklaard nu het beklag naar zijn oordeel gericht was tegen de wijziging van een algemene regel. De directeur is overigens van mening dat de betreffende wijziging tijdig bekend isgemaakt. Om die reden is de directeur van mening dat klager niet ontvankelijk dient te worden verklaard. Subsidiair is hij van mening dat het beroep ongegrond zou moeten worden verklaard.

3. De beoordeling
De wijziging van het dagprogramma is een wijziging van algemene, voor alle in de inrichting verblijvende gedetineerden, geldende regels. Voor zover die wijziging geen strijd oplevert met hogere wet- of regelgeving en die wijzigingtijdig bekend is gemaakt, staat daar geen beklag of beroep tegen open. De beroepscommissie heeft vastgesteld dat het gewijzigde dagprogramma van de locatie Westlinge qua inhoud en duur tenminste voldoet aan de minimale wettelijkeeisen. Voorts is niet weersproken dat de directeur de gedetineerden – door tussenkomst van de gedetineerdencommissie – tijdig op de hoogte heeft gesteld van de voorgenomen wijziging. Dat daarbij (nog) niet de exacte inhoud van diewijziging kon worden medegedeeld doet daaraan niet af.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom niet leiden tot een andere beslissing dan die van de beklagrechter. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, L. Diepenhorst en mr. H.B. Greven, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 6 januari 2005

secretaris voorzitter

Naar boven