Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2618/JA, 5 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:05-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2618/JA

betreft: [klager] datum: 5 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 74, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Bjj) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de justitiële jeugdinrichting (j.j.i.) ’t Nieuwe Lloyd te Amsterdam, verder de inrichting te noemen,

gericht tegen een uitspraak van 1 november 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], geboren op [1986], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 december 2004, gehouden in de inrichting, zijn gehoord de [...], adjunct-directeur bij de inrichting, en klager, tezamen met zijn medeklager [...].

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft, voorzover in beroep aan de orde, de kamerplaatsing op 22 september 2004 wegens personeelstekort.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard en een tegemoetkoming van € 2,25 toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
Namens de directeur is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directie vindt het zeer belangrijk dat de jongens volgens de wet behandeld worden. Te vaak hebben kamerplaatsingen wegens personeelstekort plaatsgevonden, waarbij de jeugdigen minder dan 12 uur in de groep verbleven. Op 22september 2004 was daarvan geen sprake, maar van een incident. De groepsleidster moest onverwachts haar zieke kind van de crèche halen en kwam te laat terug in de inrichting, waardoor klager en de andere jongens van zijn unit 10minuten te laat zijn uitgesloten. In de inrichting wordt gewerkt met reservediensten, waarbij personeel dat geen dienst heeft zo mogelijk alsnog wordt ingezet. Het was die dag echter niet mogelijk vervanging te regelen, omdat inverband met het personeelstekort alle mogelijke vervangers al dienst hadden.
Klager heeft een dagprogramma, waarbij hij in de middag een vierde lesuur heeft en in totaal 12 uur en 30 minuten van zijn kamer is. Door het incident is hij op 22 september 2004 gedurende 12 uur en 20 minuten op de groep geweest.
Per 25 oktober 2004 is vermindering van de capaciteit van 66 naar 44 plaatsen aangekondigd, die kort daarop is gerealiseerd door sluiting van een unit en halvering van twee units. Sindsdien zijn er geen kamerplaatsingen meer wegenseen personeelstekort.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Hij en de andere jongens van zijn unit zijn niet alleen 10 minuten later uitgesloten, maar ook 10 minuten eerder ingesloten.

3. De beoordeling
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting kan niet anders worden geoordeeld dan dat de kamerplaatsing van klager (en de andere jongens van zijn unit) op 22 september 2004 het gevolg is van een incident en dat in verbandmet het toen geldende personeelstekort niet kon worden gezorgd voor vervanging van de groepsleidster. Bovendien heeft klager die dag, ook als rekening wordt gehouden met zijn verklaring dat hij die dag niet alleen 10 minuten lateris uitgesloten maar ook 10 minuten eerder is ingesloten, in ieder geval ten minste 12 uren in de groep kunnen doorbrengen, derhalve het minimum aantal uren zoals voorgeschreven in artikel 22 Bjj.
Daarom is er geen aanleiding voor een gegrondverklaring van klagers klacht en toekenning van een tegemoetkoming.
Het beroep van de directeur zal derhalve gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door de beroepscommissie, bestaande uit mr. J.A.C. Bartels, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. F.G.A. ten Siethoff, leden, bijgestaan door mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 5 januari 2005

secretaris voorzitter

Naar boven