Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2738/GB, 4 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:04-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2738/GB

Betreft: [klager] datum: 4 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 9 november 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen (jovo-gevangenis) te Zutphen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 18 juni 2004 gedetineerd. Hij verblijft in de jovo-gevangenis te Zutphen, een inrichting met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Klager kan geen bezoek van zijn in Wolvega woonachtige ouders ontvangen, omdat voor hen de reis naar Zutphen te ver is. Daarom zou hij graag (weer) in De Marwei te Leeuwarden willen worden geplaatst. Daar was hij voorheen ook bezigmet een opleiding.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager moest worden geselecteerd voor een jovo-gevangenis. In zijn geval is de dichtstbijzijnde de jovo-gevangenis Zutphen. Destijds is klager met het voorstel voor plaatsing in Zutphen akkoord gegaan.

4. De beoordeling
4.1. De jovo-gevangenis te Zutphen is aangewezen als een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau alsmede een inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 16 van deRegeling selectie, plaatsing en overplaatsing.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet zozeer is gericht tegen zijn jovo-indicatie, maar tegen de locatie waar hij dient te verblijven. In dit verband overweegt de beroepscommissie als volgt. Klager wasafgestraft en diende te worden geselecteerd voor een gevangenis. Klager verbleef in het jovo-h.v.b. en de selectiefunctionaris heeft klager in het verlengde daarvan geselecteerd voor een jovo-gevangenis. Nederland kent driejovo-gevangenissen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau en wel in Rotterdam, Vught en Zutphen. Klager heeft aangegeven akkoord te gaan met plaatsing in Zutphen. Klager is vervolgens geselecteerdvoor de jovo-gevangenis te Zutphen.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt. Hetgeen klager over de bezoekmogelijkheden heeft aangevoerd, is, tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene, onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 4 januari 2005

secretaris voorzitter

Naar boven