Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2844/GB, 4 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:04-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2844/GB

Betreft: [klager] datum: 4 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 november 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten te Dordrecht ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 14 juni 2004 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Maashegge te Overloon. Op 21 december 2004 is hij geplaatst in de gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten, waar een regime van algehelegemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Klager is niet alleen gedetineerd in verband met niet betaalde geldboetes, maar hij zit ook een strafzaak uit. Hetb.s.d. van het h.v.b. Maashegge is het eveneens niet eens met de beslissing van de selectiefunctionaris. Zij hebben hun goedkeuring gegeven aan plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.). Voorts is klagersverlofregeling goedgekeurd. Klager is zonder problemen van zijn eerste verlof teruggekeerd in de inrichting. Klager is nog maar een paar maanden gedetineerd en het zou beter voor hem zijn om in een b.b.i. geplaatst te worden, waarhij wat meer bewegingsvrijheid heeft en wat vaker met verlof kan gaan. Samen met het bureau voor rechtshulp en de politie is klager bezig om zijn oplopende schuld stop te zetten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager komt niet in aanmerking voor detentiefasering, omdat hij op het moment van zijn selectie geen gevangenisstraf meer uitzat, maar subsidiairehechtenis. Wanneer klager zijn boetes nu zou betalen, zou hij een vrij man zijn.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis-unit van de locatie Dordtse Poorten is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager is op grond van artikel 24c van het Wetboek van Strafrecht vervangende hechtenis en op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften gijzeling opgelegd, omdat hij geen gevolg heeftgegeven aan de verplichting tot betaling van geldboetes en betaling van administratiefrechtelijke sancties. In beginsel wordt, gelet op artikel 9 Pbw, hechtenis en gijzeling ondergaan in een huis van bewaring. In verband met de duurvan de hechtenis en gijzeling, gelet op artikel 10, tweede lid, Pbw, heeft de selectiefunctionaris beslist om klager te plaatsen in een gevangenis, met een regime van algehele gemeenschap en niet in een b.b.i.. Klager zou andersminder druk ondervinden om nog tot betaling over te gaan. Daarbij komt dat klagers einddatum niet vaststaat nu hij in beginsel door betaling zijn detentieduur zou kunnen bekorten en door volledige betaling zelfs zou kunnenbeëindigen en er derhalve niet wordt voldaan aan de eisen als gesteld in artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden d.d. 15 augustus 2000, nummer 5042803/00/DJI voor plaatsing in een b.b.i.. Deop de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle inaanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 4 januari 2005

secretaris voorzitter

Naar boven