Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2797/GB, 4 januari 2005, beroep
Uitspraakdatum:04-01-2005

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2797/GB

Betreft: [klager] datum: 4 januari 2005

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H. Bos, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 november 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 16 november 2004 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 4 oktober 2000 gedetineerd. Klager verblijft momenteel in het huis van bewaring Lelystad. Vanuit deze inrichting is hij geselecteerd voor de gevangenis Zuyder Bos, waar een regime van algehele gemeenschapgeldt. Deze plaatsing was ten tijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 23 september 2004. Klagers voorlopige hechtenis is geschorst van 23 juni 2003 tot en met 24 juni 2003 en op 4oktober is hij als gevolg van een administratieve fout met incidenteel versneld ontslag gestuurd tot en met 29 oktober 2003. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 30 juni 2005.

2.3. Bij uitspraak van 20 december 2004, met nummer 04/2860/GV, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid van de Pbw, is het beroep, gericht tegen de beslissing van de selectiefunctionaris tot afwijzing vanklagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof gegrond verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht. Klager is door het b.s.d. van het h.v.b. Lelystad voorgedragen voor een gestapeld traject inhoudende plaatsing in eenzeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) en aansluitend met ingang van 29 december 2004 deelname aan een penitentiair programma. Er zou geen basis van vertrouwen zijn bij de selectiefunctionaris op grond waarvan klager in een(z.)b.b.i. geplaatst zou kunnen worden. De beslissing van de selectiefunctionaris is subjectief en onvoldoende gemotiveerd. Klager heeft ruimschoots aan alle voorwaarden voor detentiefasering en deelname aan een penitentiairprogramma voldaan. Zijn strafrestant is minder dan achttien maanden, er zijn geen openstaande zaken en zijn gedrag is goed. Zijn thuissituatie is akkoord bevonden voor elektronisch toezicht, hij heeft recidivetrainingen gevolgd enhij is gemotiveerd. De reclassering is over klager te spreken en de officier van justitie staat ook welwillend ten opzichte van detentiefasering. In oktober 2003 is klager door een administratieve fout vervroegd in vrijheid gesteld.Hij heeft enkele weken in vrijheid doorgebracht voordat hij werd aangehouden en weer ingesloten. Hij heeft in deze periode geen strafbare feiten gepleegd en heeft zijn werk weer opgepakt en is op vakantie naar het buitenland gegaan.Hij heeft toen dus bewezen dat hij wel degelijk het vertrouwen waard is. In juni 2003 is klagers voorlopige hechtenis door de rechtbank geschorst voor de duur van een dag. Dit zeer korte verlof is probleemloos verlopen en klagerheeft zich tijdig weer gemeld bij het huis van bewaring. Klager heeft in tegenstelling tot de vorige detentie thans een vaste relatie en zal bij haar zijn verlof doorbrengen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft gedurende zijn vorige detentie tijdens deelname aan een penitentiair programma een delict begaan op grond waarvan hij veroordeeld is en thans gedetineerd is. Op grond van deze gegevens is besloten dat er geen voldoendebasis van vertrouwen is om klager opnieuw detentiefasering in te laten gaan, waarbij hij opnieuw te maken zou krijgen met vrijheden, die hij kennelijk gedurende zijn vorige detentie niet geheel aan heeft gekund. Hij heeft het in hemgestelde vertrouwen ernstig geschaad. Het plegen van een delict tijdens detentie valt klager zeer zwaar aan te rekenen. Objectief gezien mag het dan zo zijn dat klager in aanmerking zou komen voor detentiefasering, echter desubjectieve weging is even zwaar wegend. Klager is tijdens zijn vorige detentie kennelijk in staat geweest medewerkers van de inrichting, waar hij toen verbleef, een dusdanig beeld van zichzelf te geven dat zij op basis daarvanklager hebben voorgesteld voor fasering. Dat zelfde gedrag heeft klager kennelijk nu weer vertoond, gelet op de positieve rapportage van de huidige inrichting. Wellicht is sprake van aangepast gedrag.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Zuyder Bos is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager heeft tijdens een vorige detentie, terwijl hij deelnam aan een penitentiair programma, de strafbare feiten gepleegd waarvoor hij momenteel gedetineerd is. Dit vormt in beginsel een beletsel om in aanmerking te komen voorplaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau.
Klager voorlopige hechtenis is van 23 juni 2003 tot en met 24 juni 2003 geschorst en op 4 oktober 2003 is hij als gevolg van een administratieve fout met incidenteel versneld ontslag gestuurd, dat geduurd heeft tot en met 29 oktober2003. Beide keren is het verblijf buiten de inrichting goed verlopen. Voorts is de door het b.s.d. van het h.v.b. Lelystad uitgebrachte rapportage zeer positief over klagers gedrag en daarbij wordt gesteld dat klager zich houdt aanmet hem gemaakte afspraken. De officier van justitie en de reclassering staan eveneens positief ten aanzien van detentiefasering. Voor de suggestie van de selectiefunctionaris dat er bij klager enkel sprake zou zijn van aangepastgedrag is geen onderbouwing aangetroffen.
Het voorgaande in onderling verband en samenhang bezien is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komendebelangen als onredelijk en onbillijk moet worden aangemerkt. Derhalve dient de bestreden beslissing te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming, nu de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing ongedaan zijn te maken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 4 januari 2005

secretaris voorzitter

Naar boven