Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2463/GA en 04/2464/GA, 22 december 2004, beroep
Uitspraakdatum:22-12-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummers: 04/2463/GA en 04/2464/GA

betreft: [klager] datum: 22 december 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen twee uitspraken van 6 oktober 2004 van de beklagcommissie bij de locatie De Kruisberg te Doetinchem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 december 2004, gehouden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, zijn gehoord klager en [...], unit-directeur bij de locatie De Kruisberg.

Klager heeft medegedeeld dat zijn raadsman mr. A.C. Vingerling in verband met ziekte verhinderd is om ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
04/2463/GA onderdeel a:. een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een
afzonderingscel voor de duur van veertien dagen;
04/2463/GA onderdeel b.: de overplaatsing naar een andere inrichting.
04/2464/GA: de vermissing van een paar sportschoenen.

De beklagcommissie heeft met betrekking tot 04/2463/GA onderdeel a. het beklag formeel gegrond verklaard, zonder klager een tegemoetkoming toe te kennen, en materieel ongegrond verklaard en met betrekking tot 04/2463/GA onderdeel b.klager niet-ontvankelijk in het beklag verklaard en met betrekking tot 04/2464/GA het beklag ongegrond verklaard, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
04/2463/GA onderdeel a: Klager is niet binnen vijftien uur, nadat hij in de afzonderingscel was geplaatst, gehoord, maar pas na twintig uur. Hem is ook niet gezegd dat er bewaardersarrest is opgelegd. Klager is op 19 juli 2004tussen 18.00 uur en 18.30 uur in de afzonderingscel geplaatst. Ondanks de formele gegrondverklaring is klager geen tegemoetkoming toegekend.
Klager had voor zijn celgenoot vlees gepakt uit de vriezer, die voor gemeenschappelijk gebruik was. Op het vlees staat een celnummer of een naam. Bij het rogatoir verhoor had klager niet de beschikking over alle stukken en daaromheeft hij verklaard dat het misschien wel mogelijk was dat hij het vlees uit de vriezer heeft gehaald. Klagers raadsman had hem gezegd dat hij niets hoefde te zeggen over wat niet op papier stond. Klager kon zich wel herinneren dathij het vlees uit de vriezer heeft gehaald. Klager is ten onrechte beticht van handel in drugs. Klager wist wel dat zijn celgenoot blowde. Zijn celgenoot is niet afgezonderd.
04/2463/GA onderdeel b.: Klager begrijpt dat hij niet-ontvankelijk in het beklag is
verklaard.
04/2464/GA: Door en namens de directeur wordt gereageerd op een ander paar Nike schoenen. Klager verbleef in de afzonderingscel en wist dat zijn celgenoot op vrijdag in vrijheid zou worden gesteld. Personeel heeft gezien dat klagerscelgenoot in klagers schoenen de inrichting verliet. Over de schoenen, waarop de directeur ingaat, wil klager het niet hebben, want die stonden niet geregistreerd. Klager had geregistreerd vier paar schoenen op cel, waaronder eenpaar badslippers en twee paar Nikes. Het plaatsen van twee gedetineerden op een cel betrof een proefpilot. Je had alleen maar de beschikking over één kluisje. Boodschappen en kleding bleven op cel. Klager heeft direct aangegeven dathij een paar schoenen miste. Het lijkt net of tijdens het kopiëren van bijgevoegde lijst er een strookje op de lijst is gelegd.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
04/2463/GA onderdeel a: Door het personeel is duidelijk waargenomen dat klager de betreffende gehaktbal uit de vriezer heeft gepakt. In de gehaktbal is een hoeveelheid weed aangetroffen. De celgenoot heeft verklaard niet de eigenaarte zijn van het vlees. Binnen de inrichting werd de handel en wandel van klager goed gevolgd op basis van het vermoeden dat hij zich bezig hield met drugshandel in de inrichting. Aannemelijk is dat klager eigenaar was van degehaktbal en verantwoordelijk voor de inhoud. Erkend wordt dat de procedure tot oplegging van de maatregel niet geheel conform de Pbw is verlopen. Een eventuele tegemoetkoming van €10,= wordt redelijk geacht.
04/2464/GA: Duidelijk is geworden dat klager niet de eigenaar van de betreffende Nike schoenen was. Het afdelingshoofd heeft met klager over de zaak gesproken terwijl klager in de afzonderingscel verbleef. Voorts heeft klager bijhet verlaten van de inrichting getekend voor het feit dat hij zelf zijn spullen heeft ingepakt en dat hij alles teruggekregen heeft wat in zijn bezit was.

3. De beoordeling
04/2463/GA onderdeel a:. De beroepscommissie vat klagers beroep voor wat betreft de formele gegrondverklaring van zijn beklag op als gericht tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming aan klager. De beroepscommissie acht, geletop het feit klager in strijd met het bepaalde in artikel 24, vierde lid, Pbw langer dan vijftien uur in afzondering is geplaatst zonder dat hij tevoren door de directeur is gehoord, een tegemoetkoming van
€ 10,= passend en geboden.
Inhoudelijk is de beroepscommissie van oordeel dat het feit dat klager vlees uit de vriezer heeft gepakt, waarin soft drugs zijn aangetroffen, voldoende grond vormt om hem in verband met de handhaving van de orde en de veiligheid inde inrichting een ordemaatregel van veertien dagen afzondering in een afzonderingscel op te leggen. Dat niet vast is komen staan of klager en/of zijn celgenoot eigen(a)ar(en) was/waren van de soft drugs doet daar niet aan af.Materieel zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met wijziging van de gronden.
04/2463/GA onderdeel b.: De beroepscommissie is van oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden op dit onderdeel van het beklag heeft beslist en zal de uitspraak bevestigen.
04/2464/GA: Uit de bij de stukken gevoegde lijst blijkt dat klager een verklaring heeft ondertekend inhoudende dat hij heeft terug ontvangen de eerder in bewaring gegeven kledingstukken en/of andere goederen en dat hij daarvoor deinrichting finale kwijting heeft verleend. Door klager is niet ontkend dat de handtekening, die prijkt onder deze verklaring, de zijne is. Wat er ook zij van klagers nieuwe lezing van de feiten, die hij voor het eerst ter zittingvan de beroepscommissie naar voren heeft gebracht en die afwijkt van hetgeen hij in beklag en in zijn beroepschrift heeft gesteld, zal de beroepscommissie klager aan de eerder vermelde verklaring houden en het beroep ongegrondverklaren.

4. De uitspraak
04/2463/GA onderdeel a: Voor wat betreft het niet toekennen van een tegemoetkoming terzake van de formele gegrondheid van het beklag verklaart de beroepscommissie het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van debeklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.

Voor het overige verklaart de beroepscommissie het beroep ongegrond en bevestigt de
uitspraken van de beklagcommissie, met wijziging van de gronden.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en A.J. Dost, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 22 december 2004

secretaris voorzitter

Naar boven