Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2401/GA, 16 december 2004, schorsing
Uitspraakdatum:16-12-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2401/GA

betreft: [klager] datum: 16 december 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. H.M.S. Cremers, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 september 2004 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 november 2004, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. H.M.S. Cremers en [...], unit-directeur bij voormelde p.i.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de voorgenomen plaatsing in een meerpersoonscel.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De raadsvrouwe persisteert bij hetgeen tegenover de beklagcommissie en in het beroepschrift naar voren is gebracht. Voorts heeft zij nog aangevoerd dat de beklagcommissie het volgens klager bij het rechte eind heeft als zij steltdat de European Prison Rules (EPR) slechts aanbevelingen zijn en dus geen verbindende kracht hebben. Wel is van belang dat aan de uitgangspunten van die aanbevelingen wordt voldaan. Dat betekent dat de gedetineerde de voordelen vaneen onderbrenging in een meerpersoonscel moet kunnen ervaren. Klager ondervond het echter als een persoonlijke vernedering dat hij bij die betreffende gedetineerde werd geplaatst. De directeur heeft weliswaar aangegeven dat er geensprake was van contra-indicaties bij die gedetineerde, maar hij kon de naam van die gedetineerde niet eens noemen.
De directeur heeft niet kunnen aantonen dat die betreffende gedetineerde voldoende hygiënisch gedrag had en geen medicijnen gebruikte. Daarbij moet nog worden opgemerkt dat klager in beginsel geen bezwaar had tegen een plaatsing ineen meerpersoonscel. Klager heeft eerst drie weken op een eigen cel verbleven alvorens hij in een meerpersoonscel werd geplaatst.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur kon ten tijde van de behandeling van de beklagcommissie inderdaad niet de naam van de betreffende medegedetineerde noemen. De beklagcommissie heeft aan de directeur gevraagd om navraag te doen en de directeur heeft dienaam toen aan de beklagcommissie verstrekt. Het betrof de gedetineerde S.I. Bij deze gedetineerde was geen sprake van contra-indicaties. Hij gebruikte geen medicijnen en hoorde ook geen stemmen in zijn hoofd. S.I. is nietschizofreen. Het betreffende beleid op klagers verblijfafdeling is om alle inkomsten in eerste instantie in een meerpersoonscel te plaatsen. Bij S.I. was op dat moment een celplaats vrij. S.I. verbleef op dat moment al langer in eenmeerpersoonscel. Als er bij S.I. sprake was geweest van contra-indicaties als door klager aangevoerd, zou deze gedetineerde nooit in meerpersoonscel geplaatst zijn. Klager heeft toen geweigerd om naar die betreffende meerpersoonscelte gaan. Klager gaf slechts aan dat hij niet bij die ‘stinkerd’ in één cel wenste te verblijven. Klager is vervolgens in een afzonderingscel geplaatst. Van daaruit is hij uiteindelijk met een andere medegedetineerde in eenmeerpersoonscel geplaatst. Klager heeft nooit met S.I. in één cel verbleven.

3. De beoordeling
De beroepscommissie verstaat dat de klacht niet is gericht tegen klagers plaatsing in een meerpersoonscel, maar tegen plaatsing in een meerpersoonscel met een bepaalde gedetineerde, te weten S.I. Namens klager is aangevoerd dat erbij S.I. sprake zou zijn van een of meer contra-indicaties, op grond waarvan deze gedetineerde niet geschikt zou zijn voor plaatsing in een meerpersoonscel en dat van klager daarom niet verlangd mocht worden dat klager de cel metS.I. moest delen.
De beroepscommissie overweegt dat klager zich bij plaatsing in een meerpersoonscel slechts kan beroepen op het bestaan van contra-indicaties die gelden ten aanzien van hemzelf. De omstandigheid dat er bij een medegedetineerde(beweerdelijk) sprake is van dergelijke contra-indicaties, is geen reden om klagers plaatsing in een meerpersoonscel onredelijk of onbillijk te achten. Zulks geldt temeer nu niet aannemelijk is geworden dat bij die medegedetineerdedaadwerkelijk sprake was van contra-indicaties die een plaatsing van die gedetineerde in een meerpersoonscel in de weg stonden.
Voorzover namens klager in beklag en beroep een beroep is gedaan op de bepalingen van de EPR en op het bepaalde in artikel 3 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens, sluit de beroepscommissie aan bij hetgeen daaromtrentdoor de beklagcommissie is overwogen. Zij neemt dat onderdeel van de overwegingen van de beklagcommissie daarom over en maakt die tot de hare.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan - voorzover dat is komen vast te staan - naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond wordenverklaard en de beslissing van de beklagrechter zal daarom, met aanvulling van gronden, worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. J.W.P. Verheugt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 16 december 2004

secretaris voorzitter

Naar boven