Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2530/GA, 16 december 2004, beroep
Uitspraakdatum:16-12-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2530/GA

betreft: [klager] datum: 16 december 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 14 oktober 2004 van de beklagcommissie bij de locatie Ooyerhoek te Zutphen, voorzover deze de beslissing betreft dat geen tegemoetkoming wordt toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw, mr. S.E.M. Cantineau, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft aan klager geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende een ordemaatregel van 14 dagen uitsluiting van deelname aan de arbeid, op de gronden als in deaangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De tegemoetkoming is te gering omdat klager twee weken lang geen loon heeft ontvangen. Klager wil een tegemoetkoming van € 60,=. Klager vindt dat hij ten onrechte 14 dagengeen salaris heeft gehad. Uitsluitend een gegrondverklaring van het beklag zonder een geldelijke tegemoetkoming staat niet in verhouding tot de opgelegde maatregel.

De directeur heeft daarop gereageerd door te verwijzen naar zijn verweerschrift voor de beklagcommissie en onderdeel 5 van de uitspraak van de beklagcommissie.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden toegekend voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Als maatstafdaarvoor kunnen dienen het eventueel gederfde loon en de gemiste faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klager uit het gedurende veertien dagen niet kunnen deelnemen aan de arbeid, waardoor klager geen loon heeft ontvangen.Hiervan uitgaande is het niet toekennen van een tegemoetkoming onjuist. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 15,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 15,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 16 december 2004

secretaris voorzitter

Naar boven