Nummer: 04/2628/GB
Betreft: [klager] datum: 15 december 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 27 oktober 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de afdeling voor psychologisch onvolwassenen (huis van bewaring, hierna jovo-h.v.b.) Nieuwegein ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 16 september 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Nieuwegein. Vanuit dit h.v.b. is hij geherselecteerd voor het jovo-h.v.b. Nieuwegein. Deze overplaatsing was ten tijde vanhet instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager wordt over enkele maanden 24 jaar en is van mening dat hij niet
thuishoort in een jovo-h.v.b.. Verder zitten daar alleen maar Turken en Marokkanen, waar hij niet mee overweg kan. Je krijgt daar minder arbeid en je zit zeer lang achter de deur.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Naar aanleiding van een afgenomen jovo eerste indicatiestelling, waarop klager tweemaal scoorde, is hij geselecteerd voor het jovo-h.v.b. Nieuwegein. Klager wordt pas 24 jaar in mei 2005 en dat is nu geen argument om hem daar niette plaatsen. Voor wat betreft klagers opmerkingen over Turken en Marokkanen is dit juist een gelegenheid om zijn mening over allochtone jongeren bij te stellen. Klager krijgt op de jovo-afdeling een activiteitenaanbod dattoegesneden is op de jovo-populatie.
4. De beoordeling
4.1. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van
gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologischonvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen (Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen, augustus 2001) kan worden afgeleid dat psychologischeonvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbij komt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in hetalgemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichting voor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.
4.2. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die ineen jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij tekortkomingen heeft voor wat betreft opleiding/cursus en first offender is en dit maakt dat hij eveneens voldoet aan het tweedecriterium van artikel 16 van de Regeling.
4.3. Tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen,evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Dat plaatsing in een jovo-h.v.b. zou betekenen dat klager minder activiteiten zouden worden aangeboden dan in een h.v.b. voor volwassenen is niet juist.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 15 december 2004
secretaris voorzitter