Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2431/GA, 30 november 2004, beroep
Uitspraakdatum:30-11-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/2431/GA

betreft: [klager] datum: 30 november 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 oktober 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, inhoudende dat aan klager geen tegemoetkoming wordt toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouwe om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft klager geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet mogen ontvangen van bezoek tijdens zijn verblijf in het Penitentiair Ziekenhuis te ’s-Gravenhage van14 tot 21 februari 2003, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Er is ten onrechte geen tegemoetkoming toegekend. Klager heeft de door de directeur aangeboden tegemoetkoming van een extra bezoekmoment van de hand gewezen. Klager is het niet metde beklagrechter eens dat afwijzing van het aangeboden extra bezoek geen reden zou mogen zijn voor het niet toekennen van een andersoortige tegemoetkoming. Klager heeft de door de directeur aangeboden tegemoetkoming afgeslagen omdathij dit geen passende tegemoetkoming vond. Juist in het ziekenhuis had klager grote behoefte aan familiebezoek. Hij had in het Penitentiair Ziekenhuis met niemand contact. Voorts had klager, die reeds meerdere uren bezoek alstegemoetkoming voor gemiste uren bezoek tegoed had, geen belang bij een extra bezoekmoment.

De directeur heeft, hoewel hem daarom is verzocht, zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.

3. De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Genoemdongemak bestond voor klager uit het niet kunnen ontvangen van bezoek tijdens zijn verblijf in het Penitentiair Ziekenhuis.
De beroepscommissie komt tot het oordeel dat het niet toekennen van een tegemoetkoming juist is, gelet op klagers afwijzing van het extra bezoek. Daaraan doet niet af dat klager al meer extra bezoek zou zijn toegekend, zodat hijdaaraan nu minder behoeft heeft. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 30 november 2004

secretaris voorzitter

Naar boven