Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2093/GB, 27 oktober 2004, beroep
Uitspraakdatum:27-10-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2093/GB

Betreft: [klager] datum: 27 oktober 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 24 augustus 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Roermond afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 6 juli 2004 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Nieuwegein. Klager verblijft op medische indicatie sedert 13 september 2004 in het penitentiair ziekenhuis.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Roermond als volgt toegelicht.
Klager moet ook in Roermond voorkomen. Hij heeft sedert het begin van zijn detentie zijn kinderen niet meer gezien, omdat zijn ex-vrouw geen rijbewijs heeft en haar werk een bezoek onmogelijk maakt. Een medeverdachte is welovergeplaatst naar het h.v.b. Roermond.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is in het h.v.b. Nieuwegein ingesloten voor het parket Zwolle. Hij wil om bezoektechnische redenen overgeplaatst worden naar Roermond. Dit is, gelet op het beleid dat preventief gehechten zo dicht mogelijk bij het parket vaninsluiting worden geplaatst, niet mogelijk. Als klager zo ver van Zwolle zou worden geplaatst, komt een goede en efficiënte rechtsgang in het geding. Het feit dat zijn vriendin geen rijbewijs heeft en voor een bezoek lang onderwegis met het openbaar vervoer, doet daar niet aan af. Zodra in klagers strafzaak vonnis wordt gewezen, kan hij een voorkeur uitspreken voor een vervolginrichting.
In reactie op het argument dat een medeverdachte van klager wel is overgeplaatst, heeft de selectiefunctionaris desgevraagd aangegeven dat op basis van ingewonnen informatie is gebleken dat twee medeverdachten naar aanleiding vaneen verzoek om overplaatsing op basis van sociale gronden zijn overgeplaatst naar het h.v.b. Roermond. Gelet hierop is een nieuwe beslissing genomen en is klager op 19 oktober 2004 geselecteerd voor het h.v.b. Roermond.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.3. Gelet op de nadere inlichtingen van de selectiefunctionaris, waaruit blijkt dat twee medeverdachten van klager op grond van een verzoek om overplaatsing op basis van dezelfde gronden als waarop het verzoek van klager berustnaar het h.v.b. Roermond zijn overgeplaatst, moet de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Nu op 19 oktober 2004 eennieuwe selectiebeslissing ten behoeve van klager is genomen, zal de selectiefunctionaris niet worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming,aangezien de rechtsgevolgen van de bestreden beslissing ongedaan zijn gemaakt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 27 oktober 2004

secretaris voorzitter

Naar boven