nummer: 04/1972/GA
betreft: [klager] datum: 11 oktober 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak d.d. 3 augustus 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie De Berg te Arnhem,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de prijzen die in de inrichtingswinkel gehanteerd worden.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Middenstanders kunnen zelf bepalen wat de prijs van een bepaald artikel is. Klager begrijpt niet welke extra kosten de winkelier zoukunnen hebben. Klager gaat niet akkoord met het feit dat de prijzen in de inrichtingswinkel hoger zijn dan in de winkel en zal zijn advocaat vragen om de zaak verder te behandelen.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
De vaststelling door de exploitant van de inrichtingswinkel van de prijzen van de aangeboden artikelen, is geen beslissing van de directeur waartegen op grond van artikel 60, eerste lid, Pbw beklag openstaat. Derhalve zal deberoepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag verklaren.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in het beklag.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.R. Meijeringh en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 oktober 2004
secretaris voorzitter