nummer: 04/2364/STV
betreft: [klager] datum: 11 oktober 2004
De voorzitter van de beroepscommissie uit de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. A.P. Visser, namens
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de Prof.mr. W.P.J. Pompekliniek te Nijmegen (hierna: de Pompekliniek).
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 69, vierde lid, in verbinding met artikel 64 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt), van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beweerde beslissingvan de Minister van Justitie (Minister), inhoudende weigering van het verstrekken van een machtiging voor het verlenen van begeleid verlof.
De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het beroepschrift van 7 oktober 2004 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de Minister van 8 oktober 2004.
1. De standpunten
Namens verzoeker is aangevoerd dat de Minister heeft geweigerd te beslissen op een door de Pompekliniek ingediend verzoek om een machtiging voor het verlenen van begeleid verlof aan verzoeker. Verzoekers raadsman heeft vervolgensbij brief van 24 september 2004 de Minister verzocht die beslissing te heroverwegen. De Minister heeft daarop niet gereageerd, waardoor sprake is van onrechtmatig handelen. Verzoeker kan in zijn schorsingsverzoek en beroep wordenontvangen op grond van artikel 69, eerste lid, onder f , Bvt dan wel andere wet- of regelgeving. In dit verband wordt verwezen naar hoofdstuk 5.4.6. en volgende van het boek “TBS” van mr. E.J. Hofstee.
Namens de Minister is aangegeven dat verzoeker niet in het schorsingsverzoek en zijn beroep zal kunnen worden ontvangen, omdat geen van de in artikel 69 Bvt genoemde gronden aanwezig zijn. Er is geen sprake van een beslissing van deMinister om geen machtiging voor begeleid verlof aan verzoeker te verlenen. Er is door de Pompekliniek geen aanvraag tot het verlenen van een machtiging voor het verlenen van begeleid verlof ingediend.
2. De beoordeling
Uit de inlichtingen namens de Minister komt naar voren dat geen sprake is van een vermeende beslissing tot weigering van het verstrekken van een machtiging voor het verlenen van begeleid verlof aan verzoeker, nu door de Pompekliniekniet een aanvraag om een zodanige machtiging bij de Minister is ingediend. Verzoeker kan derhalve niet worden ontvangen in zijn verzoek.
Ook indien wel sprake zou zijn van een beslissing tot het weigeren van het verstrekken van een machtiging voor het verstrekken van begeleid verlof aan verzoeker, zou klager niet in zijn schorsingsverzoek kunnen worden ontvangen, nunaar het voorlopig oordeel van de voorzitter een dergelijke beslissing niet is aan te merken als een beslissing van de Minister waartegen op grond van artikel 69 Bvt beroep openstaat.
3. De uitspraak
De voorzitter verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Aldus gedaan door mr. J.M. van der Vaart, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 11 oktober 2004
secretaris voorzitter