Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1713/GA, 30 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:30-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1713/GA

betreft: [klager] datum: 30 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 26 juli 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 15 september 2004, gehouden in de locatie Alphen aan den Rijn, is klager gehoord. De directeur van de locatie De IJssel heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de beslissing tot plaatsing van klager in een meerpersoonscel.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager verblijft in De IJssel in het regime van algehele gemeenschap. Hij verblijft sedert 9 september 2004 in een meerpersoonscel. Hij had een klacht ingediend, omdat hij zijn naam op een lijst had zien staan. Dit is een lijst diedoor het afdelingshoofd wordt opgesteld met daarop de gedetineerden die geschikt worden bevonden voor plaatsing in een meerpersoonscel. Klager is het niet eens met deze gang van zaken. Er moet gekeken worden naar de wet en er moetniet per afdeling naar willekeur worden beslist. Klager hoort niet op een meerpersoonscel. Hij vraagt zich af wie de contra-indicaties opstelt. Hij heeft hierover gesprekken gehad met personeelsleden en de psycholoog. Volgens klagerzal een psycholoog toch, onder druk, rekening houden met het belang van de inrichting bij doorstroming van de gedetineerden.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Klager heeft zich beklaagd over zijn mogelijke plaatsing in een meerpersoonscel. Hij deelt nog geen meerpersoonscel, maar het voornemen hiertoe bestaat wel. Gelet op de beoordeling van de klacht is er een wettelijke grondslag voorplaatsing in een meerpersoonscel en ontbreken contra-indicaties. De directeur heeft begrip voor klagers wens om de laatste fase van zijn detentie niet in een meerpersoonscel te worden geplaatst. De directeur dient echter hethieromtrent vastgestelde beleid ook ten aanzien van klager uit te voeren. Ten aanzien van hetgeen klager in zijn beroepschrift heeft aangevoerd over de afmeting van de verblijfsruimte en de luchtcirculatie, verwijst de directeurnaar een uitspraak van de beklagrechter en de beroepscommissie. Uit onderzoek is gebleken dat de ventilatie voldoet aan de Richtlijnen van de Rijksgebouwendienst. De vloeroppervlakte van de meerpersoonscellen voldoet aan de(minimale) eis genoemd in artikel 3 van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 60, eerste lid, Pbw kan een gedetineerde bij de beklagrechter beklag doen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing.

Gelet op hetgeen uit de stukken en ter zitting naar voren is gekomen, stelt de beroepscommissie vast dat klager zich heeft beklaagd over het voornemen om hem in een meerpersoonscel te plaatsen. Van een beklagwaardige beslissing alsbedoeld in artikel 60, eerste lid, Pbw was daarmee geen sprake. Gelet hierop zal de beroepscommissie de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaren.

De beroepscommissie merkt ten overvloede op dat ingevolge artikel 20, tweede lid, Pbw gedetineerden die in een regime van algehele gemeenschap verblijven kunnen worden verplicht zich in hun verblijfsruimte op te houden. Deze ruimtekan ook voor de gemeenschappelijke onderbrenging van gedetineerden bestemd zijn.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. M. Kooyman, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 30 september 2004

secretaris voorzitter

Naar boven