Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/2236/SGA, 24 september 2004, schorsing
Uitspraakdatum:24-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/2236/SGA
Betreft: [klager] datum: 24 september 2004

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 22 september 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting d.d. 21 september 2004, inhoudende het niettenuitvoerleggen van een beslissing, genomen op 17 september 2004 door de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) Demersluis te Amsterdam, inhoudende een verlening van verlof voor de uur van maximaal 60 uren, ingaande op 24september 2004, zonder verdere bijzondere voorwaarden.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het klaagschrift d.d. 21 september 2004 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 22 september 2004.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft het verzoek schriftelijk toegelicht. Daarbij is aangevoerd dat hij tijdens zijn verblijf in het h.v.b. Demersluis algemeen verlof heeft aangevraagd. In verband daarmee heeft hij op 24 augustus 2004 een urinecontroleondergaan en de uitslag van die controle was negatief. Omdat verzoeker eerder positieve uitslagen van urinecontroles heeft gehad, heeft de directeur van voornoemd h.v.b. in zijn beslissing aangegeven dat hij verlof heeft verleendondanks die eerdere positieve urinecontroles. Op 21 september 2004 is aan verzoeker de bestreden beslissing van de directeur van Ter Apel uitgereikt. Verzoeker diende eerst een nieuwe urinecontrole te ondergaan. Verzoeker kan zich,te meer nu de directeur van Demersluis de verlofbeslissing uitgebreid gemotiveerd heeft, niet met de beslissing van de directeur van Ter Apel verenigen, mede ook gelet op de korte termijn tussen het uitreiken van die beslissing (21september 2004) en de ingangsdatum van het verlof (24 september 2004). Het vertrouwen van klager, zoals opgewekt door de beslissing van de directeur van Demersluis, wordt hierdoor geschonden.

Uit de inlichtingen van de directeur komt onder meer het volgende naar voren. Verzoeker is op 13 september 2004 in de p.i. Ter Apel geplaatst. Op 17 september 2004 is door de directeur van de locatie Demersluis beslist op een doorverzoeker ingediend verzoek om algemeen verlof. In die beslissing heeft de directeur van Demersluis aan verzoeker verlof toegestaan voor maximaal 60 uren, ingaande op 24 september 2004. Blijkens die beslissing was de positievebeslissing genomen ondanks eerder aangezegde verslagen wegens positieve urinecontroles. Gelet daarop heeft de directeur besloten de tenuitvoerlegging van die beslissing van de directeur op te schorten tot het moment dat er voldoendevertrouwen bestaat in een goed verloop van het verlof. Op dit moment bestaat dat vertrouwen nog niet. De directeur van de p.i. Ter Apel heeft besloten eerst de uitslag van een hernieuwde urinecontrole af te wachten, alvorens tebeslissen over een eventueel verlof. Hoewel de directeur de redenen voor de verlening van verlof – het bezoek aan het graf van verzoekers overleden vriendin – begrijpt, kan een dergelijk bezoek ook op een later moment plaats vinden.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt vast dat verzoeker op 13 september 2004 is overgeplaatst naar de p.i. Ter Apel en dat de directeur van het h.v.b. Demersluis op 17 september 2004 een beslissing heeft genomen op een verzoek van verzoeker, welkverzoek tijdens diens verblijf in het h.v.b. Demersluis is ingediend. Gelet op het bepaalde in artikel 9, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (d.d. 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI) had het meer voorde hand gelegen dat de directeur van het h.v.b. Demersluis de beslissing op het verzoek om verlof had overgelaten aan de directeur van de inrichting waarnaartoe verzoeker was overgeplaatst. Nu die beslissing evenwel alsnog isgenomen en de directeur van de p.i. Ter Apel daar, buiten de eis van een nieuwe urinecontrole, kennelijk geen bezwaar tegen heeft kan de vraag over de rechtmatigheid van die beslissing naar het voorlopig oordeel van de voorzitter indit geval buiten beschouwing blijven.
De vraag die vervolgens beantwoording behoeft is of er sprake is van zodanig gewijzigde omstandigheden, dat die een opschorting van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van de locatie Demersluis rechtvaardigen.
Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter dient het belang van verzoeker op verlof in dit geval zwaarder te wegen dan het door de directeur gestelde gebrek aan vertrouwen in een goed verloop van dat verlof. Daarbij telt zwaar datde beslissing tot verlof uitgebreid is gemotiveerd en dat daarbij uitdrukkelijk een uitzondering is gemaakt op het beginsel dat een gedetineerde drie maanden drugsvrij dient te zijn alvorens hem verlof kan worden verleend. Diebeslissing heeft bij verzoeker een zodanig vertrouwen kunnen wekken, dat dit in dit geval een verlening van verlof ook daadwerkelijk rechtvaardigt. Gelet daarop is de beslissing van de directeur van de p.i. Ter Apel – nog steedsnaar het voorlopig oordeel van de voorzitter – in dit geval zodanig onredelijk, dat dit een spoedeisend belang oplevert om over te gaan tot schorsing van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van de p.i. Ter Apel.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de beslissing van de directeur van de p.i. Ter Apel met onmiddellijke ingang.

Aldus gedaan door mr. D.J. Dee, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 24 september 2004.

secretaris voorzitter

Naar boven