Nummer: 04/1544/GB
Betreft: [klager] datum: 20 september 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 2 juli 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1981], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 24 juni 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis voor psychologisch onvolwassenen (jovo-gevangenis) Zutphen ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 25 januari 2003 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen De Marwei te Leeuwarden. Op 5 juli 2004 is hij geplaatst in de jovo-gevangenis Zutphen, waar een regime vanalgehele gemeenschap geldt.
2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van zes jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 24 april 2004. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 24 januari 2007. Aansluitenddient hij eventueel subsidiaire hechtenis van in totaal vijf dagen te ondergaan.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager heeft nooit getekend voor de jovo-indicatie. Hij zou graag naar de gevangenis in Veenhuizen willen. Klager komt uit Friesland en als hij in Zutphen wordt geplaatst betekent dit dat hij geen bezoek meer krijgt van zijn vrouw,dochter en familie. Klager verbleef in De Marwei op de A-afdeling, maar kreeg ruzie met zijn mededader. Klager is toen op de C-afdeling geplaatst, maar daar is bij gezegd dat hij geen jovo-kandidaat is. Nu wordt gezegd dat hij,gezien zijn leeftijd, wel een jovo-kandidaat is, maar daar moeten andere omstandigheden voor aanwezig zijn dan alleen de leeftijd. Klager wil af van de jovo-indicatie. Zijn mededader, die jonger is, heeft geen jovo-indicatie enverblijft in de gevangenis voor mannen in Veenhuizen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft een jovo-indicatie, is afgestraft en inmiddels geplaatst in de jovo-gevangenis Zutphen. Uit navraag bij de locatie De Marwei blijkt dat klager eerst enige tijd op de inkomstenafdeling heeft gezeten (de A-vleugel), maardat hij op 11 juni 2003 naar de jovo-afdeling (de C-vleugel) is overgeplaatst en daar tot zijn plaatsing in Zutphen heeft verbleven. Klager stelt niet te hebben getekend voor de jovo-indicatie. Dit betekent echter niet dat hij danniet in aanmerking komt voor een jovo-afdeling.
4. De beoordeling
4.1. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst dieouder zijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie, DienstJustitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbijkomt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichtingvoor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.
4.2. De beroepscommissie stelt vast dat klager in juni 2003 naar aanleiding van een eerste indicatiestelling naar het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen De Marwei is overgeplaatst. Klager is inmiddels afgestraften dient voor een gevangenis te worden geselecteerd. Naar het oordeel van de beroepscommissie is dit een moment, mede gelet op de verstreken tijd en klagers leeftijd, waarop (opnieuw) indicatiestelling dient plaats te vinden. Klagervalt, gelet op de tekst van voornoemd artikel 16 van de Regeling aanhef en onder b. qua leeftijd in de categorie gedetineerden die in een jovo-inrichting kunnen worden geplaatst. De selectiefunctionaris gaat er, gelet op diensverwijzing naar klagers eerdere jovo-indicatie, kennelijk vanuit dat klager ook aan het tweede criterium van artikel 16 van de Regeling voldoet. Nu een relevante, schriftelijke onderbouwing van die indicatiestelling ontbreekt,terwijl klager bezwaar heeft tegen de plaatsing in de jovo-gevangenis, is de beslissing waarvan beroep onvoldoende met redenen omkleed. Het beroep zal mitsdien gegrond worden verklaard. De selectiefunctionaris zal worden opgedrageneen nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 20 september 2004
secretaris voorzitter