Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1529/GA, 14 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:14-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1529/GA

betreft: [klager] datum: 14 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 28 juni 2004 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 augustus 2004, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur bij de p.i. Vught.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet mogen invoeren van specifieke huidverzorgingsproducten die niet in de inrichtingswinkel verkrijgbaar zijn.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Hij heeft gevraagd bepaalde hydraterende crèmes te mogen invoeren. Daarmee wil hij zijn erg droge huid verzorgen zoals hij dat buitende inrichting gewend was. Deze crèmes zijn niet vergelijkbaar met de huidverzorgingsmiddelen die in de inrichtingswinkel verkrijgbaar zijn. Het gaat dus niet om eenzelfde soort product van een ander merk. De op de winkellijstvermelde bodymilk werkt in wezen hetzelfde als zonnebloemolie. Hij heeft echter iets anders nodig. Hij vreest dat, als hij hiervoor bij de medische dienst zou aankloppen, hij zal worden uitgelachen.
Tegenover de beklagcommissie heeft de directeur verklaard dat klagers verzoek ook is geweigerd vanwege de controleerbaarheid. Dit vindt klager onbegrijpelijk, omdat een medegedetineerde wel een flacon van het merk Becel (bakolie)mocht invoeren. Deze fles wordt, als bewijs, ter zitting getoond. De controleerbaarheid van een in te voeren product is immers vervat in de verzegeling door de fabrikant.

De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In het belang van de overzichtelijkheid en de controleerbaarheid van de cel wordt het aantal (soorten) artikelen dat eengedetineerde op cel mag hebben beperkt gehouden. Voor het invoeren van niet op de winkellijst vermelde artikelen is toestemming nodig. Klagers verzoek betreft een artikel van een soort waarvan al een specimen in de winkelverkrijgbaar is. Het is onbeheersbaar als iedere gedetineerde zijn eigen merk van een bepaald product zou mogen aankopen. Voorzover een medegedetineerde van klager kennelijk een flacon Becel heeft mogen invoeren, lijkt sprake tezijn van een fout. De aankoop van kantineartikelen is in die zin beperkt, dat slechts tot een bepaald bedrag kan worden aangekocht. Hiermee wordt getracht het handelen in goederen tegen te gaan.

3. De beoordeling
Het beklag betreft de invoer van een bepaald huidverzorgingsmiddel dat niet in de inrichtingswinkel verkrijgbaar is. De hiervoor geldende regeling houdt in dat goederen die in deze winkel kunnen worden aangekocht, zoalsverzorgingsproducten, niet mogen worden ingevoerd.
De door klager bedoelde crème is een huidverzorgingsmiddel, dat is aan te merken als verzorgingsproduct. In de inrichtingswinkel zijn verzorgingsproducten verkrijgbaar. Nu niet is gebleken van een medische noodzaak om voor klager dedoor hem bedoelde crème aan te schaffen, kon de directeur in redelijkheid de door klager gewenste aankoop weigeren. Het beroep treft derhalve geen doel.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. D.J. Dee, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.H.L. Cusell-te Gussinklo, secretaris, op 14 september 2004

secretaris voorzitter

Naar boven