Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1684/GB, 13 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:13-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/1684/GB

Betreft: [klager] datum: 13 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1982], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 juni 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Demersluis afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 13 november 2001 gedetineerd. Hij verbleef eerder als preventief gehechte in het h.v.b. te Almere Binnen. Op 26 maart 2004 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. te Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Demersluis als volgt toegelicht.
Hij heeft geruime tijd verbleven in het h.v.b. te Almere Binnen, alwaar klager het goed naar zijn zin had. Naar aanleiding van een incident is hij overgeplaatst naar het h.v.b. te Nieuwegein. Hier voelt klager zich niet op zijnplaats. Voorts is het voor zijn bezoek moeilijker hem in Nieuwegein te bezoeken.
Klager heeft destijds niet zelf verzocht om vanuit Demersluis te worden overgeplaatst naar Almere Binnen. Dit is een beslissing van de selectiefunctionaris geweest, omdat een mededader van klager zich op hetzelfde paviljoen bevond.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het is correct dat klager niet op eigen verzoek uit het h.v.b. Demersluis is overgeplaatst. Van het h.v.b. te Almere Binnen is hij echter om beheersmatige redenen overgeplaatst naar het h.v.b. te Nieuwegein. Hiertegen heeft hij geenbezwaar aangetekend. Eerst na vijf maanden geeft hij aan zich er niet prettig te voelen.
Wat zijn bezoek betreft kan worden opgemerkt dat gebleken is dat klager, op één week na, wekelijks bezoek ontvangt.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat klager zijn argument dat hij zich in het h.v.b. te Nieuwegein niet prettig zou voelen op geen enkele wijze nader heeft geconcretiseerd.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Daarbij komt dat vast staat dat klager wekelijks bezoek ontvangt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 13 september 2004

secretaris voorzitter

Naar boven