Nummer: 04/1882/GB
Betreft: [klager] datum: 13 september 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 6 augustus 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1949], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 22 juli 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, aan klager uitgereikt op 3 augustus 2004,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring (h.v.b.) te Lelystad ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 25 februari 2004 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. te Zwolle. Op 7 juli 2004 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. te Lelystad.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klagers moeder lijdt aan een hartkwaal en kan klager, gelet op de reisafstand, niet bezoeken. Zijn zusters kunnen hem, vanwege hun werk(tijden) evenmin bezoeken. De reistijd zou voor allen acceptabel zijn als klager in een h.v.b. inAlmelo geplaatst zou worden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Op verzoek van het h.v.b. te Zwolle is klager voor zijn eigen veiligheid overgeplaatst naar een ander h.v.b.. Hierbij is, gelet op de situatie, allereerst gekeken naar een h.v.b. waar op korte termijn plaats zou zijn. Bij deplaatsing is rekening gehouden met de afstand tot zijn woonplaats.
Klager heeft overigens geen stukken overgelegd waaruit zou kunnen blijken dat zijn moeder en zusters niet in staat zouden zijn hem in Lelystad te komen bezoeken.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk wordenaangemerkt. Gelet op de reden van overplaatsing, klager zou door medegedetineerden bedreigd en getreiterd worden, had een spoedige overplaatsing de hoogste prioriteit. Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden isonvoldoende zwaarwegend om thans tot een ander oordeel te kunnen komen.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 13 september 2004
secretaris voorzitter