Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1590/GB, 6 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:06-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/1590/GB

Betreft: [klager] datum: 6 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 9 juli 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1983], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 juli 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen (hierna jovo-h.v.b.) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrondverklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 20 januari 2004 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. Nieuwegein. Op 23 juli 2004 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. Nieuw Vosseveld.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 24 mei 2004. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 19 januari 2006.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager heeft geen vijand in het jovo-h.v.b. Nieuwegein en Vught is ver van zijn huis. Klager en zijn ouders wonen in Zeist. Zijn ouders hebben geen vervoer om klager te kunnen bezoeken in Vught. Klager begrijpt niet waarom hij nietin het jovo-h.v.b. te Nieuwegein kan worden geplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager heeft zelf aangegeven dat hij bang is dat het mis zal gaan als hij geconfronteerd wordt met dhr. [...]. Klager heeft zelfs gesteld dat hij dhr. [...] zal afmaken bij confrontatie; verwezen wordt naar rapportages. Eén en anderwordt uiteraard serieus genomen en om beiden te behoeden voor een dergelijke confrontatie is ervoor gekozen om klager dan maar elders te plaatsen.

4. De beoordeling
4.1. Het jovo-h.v.b. Nieuw Vosseveld is aangewezen als een huis van bewaring voor
mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau alsmede als inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 16 Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna deRegeling).

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet is gericht
tegen zijn jovo-indicatie, maar dat hij het niet eens is met de locatie waar hij dient te verblijven. Blijkens de indicatiestelling is klager first offender en heeft hij een tekortkoming voor wat betreft opleiding/cursus. De op deonder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerkingkomende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen door klager is aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen. Inmiddels is vonnis gewezen inklagers strafzaak en kan klager voorkeur aangeven voor een vervolginrichting. Het beroep zal, gelet op het hiervoor overwogene, ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 6 september 2004

secretaris voorzitter

Naar boven