Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1084/GA, 1 september 2004, beroep
Uitspraakdatum:01-09-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1084/GA

betreft: [klager] datum: 1 september 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 26 mei 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het h.v.b. Scheveningen te Den Haag,

gericht tegen een uitspraak d.d. 19 mei 2004 van de beklagcommissie bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 17 augustus 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam is gehoord [...], unit-directeur van het h.v.b. Scheveningen.

Schriftelijk is medegedeeld dat klager en zijn raadsman mr. G.V. van der Bom niet ter zitting zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de beslissing om klager wegens arbeidsongeschiktheid tijdens de arbeidsuren op cel te laten verblijven zonder de zogenaamde compensatieregel toe te passen.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager was voor een korte tijd arbeidsongeschikt verklaard. Met uitzondering van de arbeidsuren heeft hij gedurende dezedagen gewoon aan het dagprogramma deelgenomen. In de Pbw staat niet vermeld dat gedetineerden recht hebben op een alternatieve activiteit bij arbeidsongeschiktheid. Getracht wordt om gedetineerden een half uur de benen te latenstrekken, maar dit is niet mogelijk als er geen personeel op de afdeling aanwezig is. De aan klager toegekende tegemoetkoming, vijf telefoonkaarten van € 5,=, wordt onredelijk hoog geacht. Als een gedetineerde in verband metarbeidsongeschiktheid niet kan deelnemen aan de arbeid, wordt hem ziektegeld betaald.

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. In april 2004 is klager een aantal dagen arbeidsongeschikt verklaard in verband met een ondergane operatie. Hij kon om die redenniet deelnemen aan de arbeid en verbleef tijdens de arbeidsuren achter de deur. Destijds is er een afspraak gemaakt tussen de directie, de gedeco en de commissie van toezicht dat iedere arbeidsongeschikte gedetineerde een half uurcompensatie per dag krijgt. Dit houdt in dat een arbeidsongeschikte gedetineerde tijdens de arbeidsuren toch een half uur van zijn cel af kan. Aan klager is geen compensatie aangeboden in strijd met voorvermelde afspraak. Nu dedirecteur zich een aantal malen niet aan die afspraak heeft gehouden, is het niet meer dan normaal dat de beklagcommissie hiervoor op andere wijze compenseert.

3. De beoordeling
Binnen de inrichting wordt er naar gestreefd een arbeidsongeschikte gedetineerde, die tijdens de arbeidsuren op cel dient te verblijven, in de gelegenheid te stellen om gedurende een half uur buiten zijn cel de benen te strekken.Van de directeur kan worden gevergd dat hij zich inspanning getroost om dit te realiseren. Indien geen personeel voorhanden is om klager uit te sluiten en verder te begeleiden, kan de directeur niet worden verweten dat hij ingebreke is. Gelet op het hiervoor overwogene zal de beroepscommissie het beroep van de directeur gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 september 2004

secretaris voorzitter

Naar boven