Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1257/TA, 30 augustus 2004, beroep
Uitspraakdatum:30-08-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1257/TA

betreft: [klager] datum: 30 augustus 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 11 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van de Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak d.d. 4 juni 2004 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 augustus 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, is gehoord namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting de heer mr[...], staffunctionaris juridische zaken.Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de plaatsing op 14 mei 2003 vanuit het standaardregime in het minimumregime naar aanleiding van agressieve uitspraken.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De beklagcommissie heeft de door de inrichting naar voren gebrachte feiten onjuist weergegeven. Naar aanleiding van een delict in klagers toenmalige woning, waarbij hijzelf ook betrokken was, is klager mede door zijn toenmalige cordinerend hoofdbehandelaar [...]. van de resocialisatieafdeling teruggeplaatst naar een interne afdeling van de inrichting. Daarna heeft [toenmalige coördinerend hoofdbehandelaar] de inrichting vertegenwoordigd bij deverlengingszitting tbs van klager. Volgens [toenmalige coördinerend hoofdbehandelaar] deed klager ter zitting fors agressieve uitspraken en maakte het gedrag van klager zijn onvrede over de gang van zaken duidelijk. [toenmalige cordinerend hoofdbehandelaar] heeft klagers afdeling hieromtrent geïnformeerd tijdens de terugreis. De afdeling heeft daarop besloten klagers gedrag bij terugkeer in de inrichting extra in de gaten te houden, maar heeft op dat momentverder geen maatregelen genomen. In het weekend van 10 en 11 mei 2004 en de twee daarop volgende dagen trok klager zich veelvuldig terug in zijn verblijf. Als hij op de afdeling was uitte hij zich erg negatief en agressief naar deinrichting, met name naar [toenmalige coördinerend hoofdbehandelaar]. Klager gaf aan dat er gekke dingen gaan gebeuren als zijn tbs met twee jaar zou worden verlengd, dat hij korte metten met [toenmalige coördinerendhoofdbehandelaar] zou maken en dat het maar kwaadschiks moest als het niet goedschiks kon. Daarbij gaat het uiteraard om de wijze waarop klager dat zei en de door hem daarbij gebruikte lichaamstaal. In de uitlatingen en gedrag vanklager zag klagers nieuwe coördinerend hoofdbehandelaar [...] een duidelijke verwijzing van klager naar een eerdere ontsnapping van hem uit Oldenkotte. Op grond daarvan heeft [klagers nieuwe co rdinerend hoofdbehandelaar], naoverleg op de afdeling, op 14 mei 2004 besloten klager te plaatsen in het minimumregime, om zo beter zicht te krijgen op klagers agressie, vooralsnog tot 19 mei 2004, op welke dag een en ander geëvalueerd zou worden. Bij aanzeggingvan de beslissing door de coördinerend sociotherapeute van de afdeling gaf klager aan dat hij daarmee alleen maar gesterkt werd in zijn wens om contact te leggen met Peter R. de Vries en merkte hij nogmaals op dat hij nu echt kortemetten met [toenmalige coördinerend hoofdbehandelaar] zou maken. Vervolgens maakte hij [klagers nieuwe coördinerend hoofdbehandelaar] uit voor “slettebak, tyfuswijf, stoephoer”. Hierop is klager gesepareerd. Bij de eerste verzorgingis klager bezocht en geconfronteerd met zijn gedrag. Daarbij gaf klager aan dat zijn gedrag niet goed was geweest, maar dat het hem allemaal teveel was geworden. Na een goed gesprek en op papier gezette afspraken, is de separatieopgeheven.
Gedurende de periode van terugplaatsing van de resocialisatieafdeling en de onderhavige kwestie heeft [toenmalige coördinerend hoofdbehandelaar] meermalen met klager gesproken, laatstelijk op 14 mei 2004. Het is begrijpelijk dat hethele beeld dan af en toe door elkaar loopt. Echter, de plaatsing in het minimumregime betrof het gedrag en de uitlatingen van klager. De terugplaatsing van de resocialisatieafdeling was ingegeven door het steekincident en deonduidelijkheden daaromtrent.
Op grond van bovengenoemde uitlatingen, gedrag en “link” naar klagers ontsnapping uit Oldenkotte was de plaatsing in het minimumregime gerechtvaardigd. Daarbij was er sprake van een doorlopende opeenstapeling van agressieveuitlatingen, terugtrekken en ongewenst gedrag van 10 tot en met 14 mei 2003 en niet pas een week later, zoals de beklagcommissie heeft verwoord.
Klager is op 14 mei 2003 van een standaard ic-regime geplaatst in het minimumregime, hetgeen een beperking van de bewegingsvrijheid inhoudt. In laatstvermeld regime mag een verpleegde alleen begeleid deelnemen aan therapieën enactiviteiten, terwijl binnen een ic-regime er deels begeleide en deels onbegeleide momenten zijn. Binnen een verlicht ic-regime zijn er alleen onbegeleide momenten. Klager is op 11 juni 2003 uit het minimumregime geplaatst.
Verzocht wordt de uitspraak van de beklagcommissie te vernietigen en het beklag alsnog ongegrond te verklaren.

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Blijkens de inlichtingen namens het hoofd van de inrichting ten overstaan van de beroepscommissie genoot klager vóór zijn plaatsing in het minimumregime naast begeleide momenten ook onbegeleide momenten op een afdeling met eenic-regime.
Klager is door de plaatsing in het minimumregime beperkt in de bewegingsvrijheid, waarop hij op dat moment recht had krachtens de huisregels dan wel zijn verplegings- en behandelingsplan, omdat hij daardoor alleen nog onderbegeleiding zijn verblijfsafdeling kon verlaten en naar therapie kon gaan. Zolang het verplegings- en behandelingsplan op het punt van de bewegingsvrijheid niet is gewijzigd moet de beslissing tot plaatsing in het minimumregimeworden aangemerkt als een beperking van de bewegingsvrijheid als bedoeld in artikel 33 Bvt.

Nu blijkens de inlichtingen namens het hoofd van de inrichting het afdelingsarrest langer dan een week heeft geduurd, is sprake van een beklagwaardige beslissing.

In het licht van de verklaringen namens het hoofd van de inrichting inzake klagers doorlopende agressieve uitlatingen en gedrag van 10 tot en met 14 mei 2003 en de daarin gevonden link naar een eerdere ontsnapping van klager uitOldenkotte is de beslissing klager in het minimumregime te plaatsen om hem te controleren en zicht te krijgen op zijn agressie niet in strijd met de wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin alsonredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. H. Heijs, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 30 augustus 2004

secretaris voorzitter

nummer: 04/1257/TA

betreft: [...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 9 augustus 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam teAmsterdam.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. S.L. Donker
leden: drs. B. van Dekken en mr. H. Heijs.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. E.W. Bevaart.

Namens het hoofd van de Dr. S. van Mesdagkliniek is gehoord de heer mr. [...], staffunctionaris juridische zaken.

Bij brief van 29 juli 2004 heeft een medewerkster van genoemde kliniek bericht dat klager niet ter zitting zal verschijnen.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende naar voren gebracht.
Klager is op 14 mei 2003 van een ic-regime geplaatst in het minimumregime, hetgeen een beperking van de bewegingsvrijheid inhoudt. In laatstvermeld regime mag een verpleegde alleen begeleid deelnemen aan therapieën en activiteiten,terwijl binnen een ic-regime er deels begeleide en deels onbegeleide momenten zijn. Binnen een verlicht ic-regime zijn er alleen onbegeleide momenten. Er is sprake van een glijdende schaal. In de inrichting vindt momenteel eendiscussie plaats over afschaffing van de regimes en het in plaats daarvan bepalen van de bewegingsvrijheid per individu.
De aanleiding voor het plaatsen van klager in het minimumregime lag niet in het steekincident, maar in de van het weekend van 10 en 11 mei 2003 tot 14 mei 2003 doorlopende uitlatingen van klager jegens zijn toenmalige coördinerendhoofdbehandelaar [...] en de daarin op 14 mei 203 door de nieuwe hoofdbehandelaar [...] geziene link met een eerdere ontsnapping uit Oldenkotte. Hoofdbehandelaar [nieuwe hoofdbehandelaar] heeft op 14 mei 2003 besloten klager in hetminimumregime te plaaten om hem goed te kunnen controleren. Een medewerkster is dit klager gaan vertellen, waarna klager uitlatingen aan het adres van de hoofdbehandelaar [...] heeft gedaan. Dit heeft die medewerkster nietgeaccepteerd, waarop hij is ingesloten en gesepareerd. Daarna is hij in het minimumregime geplaatst.
Dit verhaal is in eerste instantie niet goed bij de beklagcommissie overgekomen, omdat er iets mis is gegaan in de communicatie over de zaak. Spreker beschikte ten tijde van de zitting bij de beklagcommissie alleen over informatievan de afdelingsmanager en heeft pas later informatie van de hoofdbehandelaar gekregen. Spreker had graag gezien dat de hoofdbehandelaar aanwezig was geweest ter zitting van de beroepscommissie, maar zij heeft momenteel vakantie.

Blijkens telefonische mededeling van de heer mr. [...] d.d. 10 augustus 2004 is klager op 11 juni 2003 uit het minimumregime geplaatst.

secretaris voorzitter

Naar boven