Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0913/GA, 27 augustus 2004, beroep
Uitspraakdatum:27-08-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Bezoek  v

Uitspraak

nummer: 04/913/GA

betreft: [klager] datum: 27 augustus 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 6 mei 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 9 maart 2004 van de beklagcommissie bij de het huis van bewaring (h.v.b.) De Boschpoort te Breda, welke op 29 april 2004 aan klager en de directeur is verzonden,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 23 juli 2004, gehouden in de p.i. Vught, zijn klager noch de directeur verschenen. Klager en de directeur hebben schriftelijk laten weten verhinderd te zijn om ter zitting te verschijnen. Naaraanleiding van het beroep heeft de beroepscommissie op 27 juli 2004 de directeur om nadere schriftelijke inlichtingen verzocht. De directeur heeft bij brief van 30 juli 2004 die nadere schriftelijke inlichtingen verstrekt, welke terkennisneming aan klager zijn toegezonden.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het te laat aanvangen van klagers bezoekmoment, waardoor klager op 21 januari 2004 niet de volle bezoektijd heeft gekregen.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klagers bezoek is altijd ruim een half uur voor aanvang van het bezoekuur bij de inrichting aanwezig. Klager en zijn echtgenote zijn, gelet op klagers detentieverleden, goed op de hoogte van de geldende regels met betrekking tot hetbezoek. Klagers echtgenote heeft naar aanleiding van het missen van de bezoektijd een brief gezonden aan de beklagcommissie. De voorzitter van de beklagcommissie wenste van deze brief geen kennis te nemen. Klager is voorts vanmening dat de beklagcommissie veel te lang heeft gedaan over de behandeling van het beklag en dat zij in haar uitspraak onjuiste data heeft vermeld.
De bezoekregistratie zoals overgelegd door de directeur is onjuist nu daar niet de namen van de bezoekers op staan vermeld. De beklagcommissie heeft onvoldoende onderzoek verricht en is afgegaan op de enkele inlichtingen van dedirecteur. Hierdoor worden klagers echtgenote en familieleden uitgemaakt voor leugenaar.

De directeur heeft volhard in zijn standpunt zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie en voorts heeft hij in de nadere schriftelijke toelichting nog het volgende vermeld.
Op het moment dat een bezoeker zich meldt aan het loket van de bezoekportier, dient die bezoeker zich te legitimeren en wordt gecontroleerd of die bezoeker voorkomt op de lijst van bezoekers. Indien de bezoeker op die lijstvoorkomt, wordt hij of zij geregistreerd in het bezoeksysteem door de voorportier. Daarbij wordt automatisch het tijdstip van melden geregistreerd. De controle van het legitimatiebewijs en de bezoekerslijst alsmede het invoeren inhet bezoeksysteem kan vier tot vijf minuten in beslag nemen. Daarna wordt de aanwezigheid van de bezoeker niet meer op andere controlepunten geregistreerd. Vervolgens dient de bezoeker metaalvrij door de detectiepoort te gaan endaarna wordt de bagage (invoer voor de gedetineerde) afgegeven. Die bagage wordt in aanwezigheid van de bezoeker gecontroleerd. Vervolgens neemt de bezoeker plaats in de wachtkamer van het bezoek. Metaaldetectie en controle van debagage nemen ongeveer vijf minuten in beslag. Alles bij elkaar kan de procedure dus tot tien minuten duren. Indien zich meerdere bezoekers gelijktijdig aanmelden, dient men te wachten tot men aan de beurt is. In verband daarmeewordt de bezoekers geadviseerd om zich tijdig te melden voor het bezoek.

3. De beoordeling
Door klager is aangevoerd dat het onderzoek van de beklagcommissie onvoldoende en/of onvolledig is geweest. Daargelaten de juistheid van klagers stelling, kan daaraan voorbij worden gegaan nu het beklag in beroep opnieuw ten grondewordt beoordeeld

De beroepscommissie gaat er van uit dat het onderhavige bezoekmoment heeft plaatsgevonden op 21 januari 2004. Uit de inlichtingen van de directeur blijkt dat de registratie van de bezoekers plaats vindt bij de voorportier. De doorde directeur in zijn memo d.d. 6 februari 2004 vermelde tijden zijn daarom de tijden waarop de bezoekers zich op 21 januari 2004 bij de inrichting hebben gemeld. Uit dat memo komt voorts naar voren dat klagers bezoekers zich opeerdergenoemde datum om 14.35 voor het bezoek van 14.30 uur hebben gemeld bij de voorportier. Door klager is naar voren gebracht dat klagers bezoekers zich pas om 14.35 konden melden omdat de registratie van de aan henvoorafgaande bezoekers erg veel tijd in beslag nam. Blijkens het eerder genoemde memo kan er van worden uitgegaan dat de bezoekers die zich voor klagers bezoek hadden gemeld, dit deden om 14.28 uur. Daaruit kan worden afgeleid dat,ook indien de registratie van die bezoekers slechts de gemiddelde vijf minuten zou hebben geduurd in plaats van in dit geval zeven minuten, klagers bezoek zich zodanig laat zou hebben gemeld, dat het niet meer mogelijk zou zijngeweest om 14.30 uur in de bezoekruimte aanwezig te zijn. Gelet daarop acht de beroepscommissie voldoende aannemelijk dat klagers bezoekers zich op 21 januari 2004 zodanig laat bij de inrichting hebben gemeld, dat dit ertoe heeftgeleid dat klagers bezoekmoment op die dag niet volledig voor bezoek kon worden gebruikt en dat de directeur geen verwijt treft. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom – voor zover dat is komen vast te staan – niet leiden toteen andere beslissing dan die van de beklagcommissie. De uitspraak van de beklagcommissie zal daarom, zij het met aanvulling van de gronden, worden bevestigd.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie, met aanvulling van de gronden.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. H.B. Greven en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 27 augustus 2004

secretaris voorzitter

Naar boven