Nummer: 04/1405/GB
Betreft: [klager] datum: 20 augustus 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 23 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1975], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 4 juni 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 16 juni 2004 aan klager is uitgereikt,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klager in zijn verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) te Amsterdam of Den Haag niet-ontvankelijk verklaard.
2. De beoordeling
2.1. Artikel 18, derde lid, Pbw bepaalt dat indien een verzoek om overplaatsing als bedoeld
in artikel 18, eerste lid, Pbw is afgewezen, zes maanden na deze afwijzing opnieuw een dergelijk verzoek kan worden gedaan.
2.2. De beroepscommissie stelt vast dat een eerder verzoek om overplaatsing van klager op 4 maart 2004 is afgewezen. Het thans in beroep ter beoordeling voorliggende verzoek dateert van 8 mei 2004. Klager is op 4 juni 2004niet-ontvankelijk verklaard in dit verzoek.
2.3. Klager heeft zijn in beroep ter beoordeling voorliggende verzoek binnen de in artikel
18, derde lid, Pbw genoemde termijn van zes maanden gedaan. Een nieuw
verzoekschrift kan eerst na 4 september 2004 worden ingediend. De selectiefunctionaris heeft de beslissing tot de niet-ontvankelijk verklaring van klager dan ook terecht gegeven.
3. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 20 augustus 2004
secretaris voorzitter