Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1326/GB, 19 augustus 2004, beroep
Uitspraakdatum:19-08-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/1326/GB

Betreft: [klager] datum: 19 augustus 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 16 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1973], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 3 juni 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, waarop niet is vermeld wanneer deze aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) Almere-Binnen te Almere afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 15 maart 2004 gedetineerd en verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. (Unit 1) van de locatie De IJssel te Krimpen aan den IJssel.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar het h.v.b. Almere-Binnen als volgt toegelicht.
Klagers bezoek kan hem niet bezoeken in de locatie De IJssel. In Almere zouden zij hem wel kunnen bezoeken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager verblijft als preventief gehechte voor het arrondissementsparket ’s-Gravenhage in het h.v.b. van de locatie De IJssel. Klager heeft in zijn verzoek aangevoerd overgeplaatst te willen worden omdat zijn echtgenote niet totreizen in staat zou zijn. Daarvan heeft klager geen bewijzen aangeleverd. De selectiefunctionaris ziet geen aanleiding om tot een andere beslissing te komen.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Klager is preventief gehecht voor het arrondissement ’s-Gravenhage. Preventief gehechten worden in beginsel in een huis van bewaring geplaatst dat zo dicht mogelijk is gelegen bij de plaats waar hun strafvervolging plaatsheeft. De selectiefunctionaris kan van dat beginsel afwijken indien hij daar aanleiding voor ziet in de omstandigheden van het geval. Nu in de regio Amsterdam slechts zeer beperkte celcapaciteit voor gedetineerden uit anderearrondissementen voorhanden is en klager zijn belang bij een overplaatsing naar het h.v.b. Almere-Binnen onvoldoende heeft onderbouwd, is de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is nietin strijd met de wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft opgemerkt over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend omtot een ander oordeel te komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

1. Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 19 augustus 2004

secretaris voorzitter

Naar boven