Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0912/GA, 16 augustus 2004, beroep
Uitspraakdatum:16-08-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Post  v

Uitspraak

nummer: 04/912/GA

betreft: [klager] datum: 16 augustus 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 4 mei 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 26 april 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij het huis van bewaring (h.v.b.) Het Schouw te Amsterdam,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het te laat uitreiken van een beslissing van de rechtbank, alsmede het niet vermelden van de juiste datum van de rechtbankbeslissing op klagers verklaring als bedoeld in artikel 451a, eerste lid, Wetboek vanStrafrecht..

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager ontving het bevel verlenging gevangenhouding van de rechtbank Haarlem, vestiging Schiphol d.d. 11 augustus 2003 eerst op 23 januari 2004. Hierdoor heeft hij niet binnen drie dagen beroep kunnen aantekenen tegen dezebeslissing. Namens de inrichting is op de verklaring als bedoeld in artikel 451a, eerste lid, Wetboek van Strafvordering van 26 januari 2004 opgenomen dat het beroep is gericht tegen de beslissing van 23 januari 2004, hetgeen nietjuist is.

Namens de directeur is daarop geantwoord als tegenover de beklagrechter. Voorts is aangegeven dat de verlenging van het bevel gevangenhouding door het openbaar ministerie wordt gefaxt aan de bevolkingsadministratie van depenitentiaire inrichting, welke de papieren vervolgens aan de gedetineerde uitreikt. De gedetineerde dient vervolgens zelf hoger beroep in te stellen, waarbij de medewerker van de penitentiaire inrichting de gedetineerde eventueelkan bijstaan. Het vermeende niet instellen van beroep kan niet worden aangemerkt als een beslissing door of namens de directeur, zodat klager niet-ontvankelijk was in zijn beklag.

3. De beoordeling
Klager stelt, dat de hem op 23 januari 2004 betekende beslissing betreft een bevel verlenging gevangenhouding van de rechtbank Haarlem, vestiging Schiphol, d.d. 11 augustus 2003. De betreffende beslissing bevindt zich echter nietbij de stukken, zodat niet nagegaan kan worden of er terzake van de bedoelde betekening een fout is gemaakt en zo ja of de inrichting daarvan een verwijt gemaakt kan worden. Het beklag had mitsdien bij gebreke van feitelijkegrondslag ongegrond moeten worden verklaard. Dit brengt mee, dat als volgt beslist moet worden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 16 augustus 2004

secretaris voorzitter

Naar boven