nummer: 04/1201/GA
betreft: [klager] datum: 11 augustus 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 8 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak d.d. 24 mei 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Norgerhaven van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde p.i. in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de weigering een spelcomputer in te voeren.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Klager betwist de niet-ontvankelijkverklaring van zijn beklag. Immers heeft de directeur beslist tot aanpassing van de huisregels, welke een afwijking van de modelhuisregels van 1998 inhoudt. Zijn beklag dient dan ook inhoudelijk teworden behandeld. Klager wijst op jurisprudentie terzake van hetgeen gedetineerden onder hun beheer mogen hebben.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Uit de stukken blijkt dat op klagers verzoek zijn playstation te mogen invoeren negatief is beslist. Een dergelijke beslissing is een beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, Pbw. De uitspraak van de beklagrechter kan danook niet in stand blijven en klager wordt alsnog ontvangen in het beklag.
Krachtens artikel 4.5.1.2. van de Regeling modelhuisregels penitentiaire inrichtingen d.d. 24 juli 1998, nummer 705050/98/DJI (hierna: Regeling) is het de gedetineerde toegestaan onder meer onder zijn berusting te houden verzegeldecomputerapparatuur met maximaal tien computerspelletjes. In artikel 4.5.1.2. van de huisregels van de gevangenis Norgerhaven komt genoemde computerapparatuur niet voor en wordt voor toegestane computerapparatuur verwezen naarbijlage VI, waarin onder meer is bepaald dat de invoer van een spelcomputer met ingang van 1 oktober 2001 is verboden, doch dat deze gehuurd kan worden via de inrichting.
Uit telefonische informatie van de inrichting blijkt dat de in de bijlage genoemde, te huren spelcomputer een playstation 1 (PS.1) betreft. Klager verwijst in zijn klaagschrift naar de uitspraken 02/1323/GA en 03/159/GA, welke beidebetrekking hebben op invoer van een PS.1. De beroepscommissie gaat er dan ook van uit dat het beklag zich richt tegen de weigering van invoer van een PS.1.
De beroepscommissie acht het schrappen van verzegelde computerapparatuur met maximaal tien computerspelletjes in paragraaf 4.5.1.2. van de huisregels van de inrichting in strijd met de Regeling, daar het een onderdeel van deRegeling betreft waarvan de directeur niet mag afwijken. De inhoud van de inrichtingshuisregels strookt dan ook niet met de dwingende bepaling van de Regeling en is onverbindend. Dat een gedetineerde een PS.1 kan huren doet daaraanniet af, aangezien artikel 45 Pbw blijkens de Memorie van Toelichting betrekking heeft op de mogelijkheid voor de gedetineerde om hem toebehorende voorwerpen in zijn verblijfsruimte te plaatsen.
Voorts is niet gesteld noch gebleken dat invoer van een PS. 1 zich niet verdraagt met de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting. De beroepscommissie zal het beklag alsnog gegrond verklaren en de directeur opdragenen nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak. Dat impliceert dat klager alsnog zijn PS. 1 kan invoeren, zodat er geen termen aanwezig zijn om hem een tegemoetkoming toe te kennen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, verklaart dit beklag gegrond en draagt de directeur op een nieuwe beslissing tenemen met inachtneming van deze uitspraak.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming toekomt.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. E. van der Waal-van der Linden, secretaris, op 11 augustus2004
secretaris voorzitter