Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1268/GB, 23 juli 2004, beroep
Uitspraakdatum:23-07-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/1268/GB

Betreft: [klager] datum: 23 juli 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 14 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1975], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 juni 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 27 januari 2004 gedetineerd. Hij verblijft sedert 19 maart 2004 in het huis van bewaring Nieuwegein.

2.2. Klager ondergaat gevangenisstraffen van driemaal vier maanden met aftrek, twee weken en een week. De tenuitvoerlegging van deze straffen is aangevangen op 23 april 2004. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op ofomstreeks 2 oktober 2004. Aansluitend dient hij eventueel subsidiaire hechtenis van in totaal 61 dagen en in totaal 14 dagen gijzeling op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften te ondergaan.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Omdat zijn eveneens gedetineerde partner naar Zwolle is overgeplaatst, wil klager daar ook graag naar toe. In tegenstelling tot in Nieuwegein is in Zwolle bezoek in het weekend mogelijk. Klager heeft zijn kinderen nog niet gezien.Het zou voor de pleegouders van de kinderen handig zijn als klager en zijn partner bij elkaar in de buurt zouden zitten. Volgende maand heeft klager zijn partner drie maanden niet gezien en dan mogen ze elkaar bezoeken. Ook dan zouhet handig zijn als klager in Zwolle verbleef. Het is sowieso noodzakelijk dat klager uit Nieuwegein weggaat, omdat daar twee jongens zitten die hij van buiten kent en dat kan problemen opleveren.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is op basis van het selectieadvies van de inrichting geselecteerd voor de gevangenis Nieuwegein. Klager wilde graag naar een open setting, maar daar komt hij, gelet op aangetoond softdrugsgebruik op 10 mei 2004, de eerstedrie maanden niet voor in aanmerking. Zijn voorkeur ging vervolgens uit naar de gevangenis Zuyder Bos te Heerhugowaard, in verband met bezoek en het feit dat hij in Amsterdam woonachtig is. Klagers partner was op dat momentgedetineerd in de locatie Nieuwersluis. Zij hebben vier kinderen, die klager overigens niet heeft erkend, die allen onder toezicht staan. Klager krijgt weinig bezoek. Voor de gevangenis Zuyder Bos bestaat een aanzienlijke wachtlijsten doorstroom is er nauwelijks. De gevangenis Nieuwegein vormt een goed alternatief voor gedetineerden uit de omgeving Amsterdam. In bezwaar geeft klager aan dat hij in een kleine gevangenis geplaatst wil worden, omdat de gevangenisNieuwegein te veel afschrikt en de kinderbescherming al zo moeilijk doet. De gevangenis Nieuwegein heeft 30 plaatsen die in een groter complex zijn gesitueerd. Dit geldt echter ook voor de gevangenis Zuyder Bos. In beroep geeftklager aan naar de locatie Zwolle te willen, omdat zijn partner daar inmiddels zit. De locatie Zwolle kent echter geen gevangenis voor mannen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Nieuwegein is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat klager in maart 2004 op eigen verzoek naar het h.v.b. Nieuwegein is overgeplaatst, omdat zijn partner toen in de locatie Nieuwersluis verbleef. Voor klager waren vooreerst argumenten vanbezoek en woonomgeving van belang voor de selectie van een gevangenis, maar in beroep gaat klagers voorkeur uit naar de locatie waar zijn partner verblijft. De locatie Zwolle kent echter geen gevangenis voor mannen. Deberoepscommissie merkt hierbij op dat het voor het contact tussen gedetineerde partners niet noodzakelijk is dat zij in dezelfde locatie verblijven. Klager voldoet aan de voor de gevangenis Nieuwegein geldende criteria. Aan eeneventuele confrontatie met medegedetineerden die klager van buiten kent is, blijkens het selectieadvies, in het h.v.b. aandacht besteed. Er is van problemen op dit punt niet gebleken. Gelet op het vorenstaande is de beslissing vande selectiefunctionaris niet in strijd met de wet en kan deze, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
De beroepscommissie overweegt hierbij dat de problemen die klager heeft aangevoerd met betrekking tot de bezoekmogelijkheden van zijn partner en kinderen zich in elke gevangenis zullen voordoen. Deze argumenten zijn onvoldoendezwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 23 juli 2004

secretaris voorzitter

Naar boven