Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1061/GA, 16 juli 2004, beroep
Uitspraakdatum:16-07-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1061/GA

betreft: [klager] datum: 16 juli 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 21 mei 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.F. vander Brugge, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 20 april 2004 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Almere Binnen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 juli 2004, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.M. Beg, en [...], waarnemend unit-directeur bij de locatie AlmereBinnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de late invoer van een daisy-speler in de inrichting.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager, die slechtziend en analfabeet is, heeft vanaf medio oktober 2003 getracht om een daisy-speler, een afspeelapparaatmet zeer duidelijke toetsen waarmee gesproken daisyboeken kunnen worden beluisterd, in te voeren. Klager had het afdelingshoofd verzocht om een daisy-speler voor hem te bestellen. Uit de stukken blijkt niet op welke datum dedaisy-speler door de inrichting besteld is. Omstreeks 7 november 2003 is klager overgeplaatst naar De Marwei en op 19 december 2003 is hij teruggeplaatst in Almere Binnen. Begin maart 2004 heeft klager de daisy-speler ontvangen.Klager kon de daisy-speler niet zelf bestellen, omdat de medische dienst weigerde om hem zijn ziekenfondsnummer te geven. In De Marwei is geen actie door het personeel ondernomen met betrekking tot de bestelling van de daisy-speler.

De waarnemend unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op 20 november 2003 is er een offerte uitgebracht. Klager is omstreeks 7 november 2003 overgeplaatst en demedische dienst heeft de stukken overgedragen aan De Marwei. Aangenomen is dat De Marwei de bestelling zou plaatsen. Na een verblijf van zes weken in De Marwei kwam klager terug in Almere Binnen en bleek dat de daisy-speler niet wasgeleverd. Daarna is alle moeite gedaan om de daisy-speler (alsnog) te bestellen. Een bestelformulier kan niet getoond worden. Toen de medische dienst van Almere Binnen merkte dat het niet goed was gegaan, is om een spoedbehandelingvan de bestelling gevraagd. Er is geen sprake van onwil van de inrichting. Op 29 januari 2004 is om een machtiging gevraagd. Klager had ook zelf de daisy-speler kunnen bestellen. Zijn ziekenfondsnummer kan zonder problemen aan hemgegeven worden.

3. De beoordeling
Klager heeft in oktober 2003 verzocht aan de directeur van de locatie Almere-Binnen om invoer van een daisy-speler om gesproken boeken te kunnen beluisteren en deze invoer is toegestaan. Uit de stukken blijkt dat in november 2003handelingen door het personeel van de locatie Almere Binnen zijn verricht om klager de daisy-speler ter beschikking te stellen, maar onduidelijk is gebleven of en zo ja op welke datum de daisy-speler daadwerkelijk is besteld.Vervolgens is klager overgeplaatst naar de locatie De Marwei en na zes weken weer teruggeplaatst naar de locatie Almere Binnen. Niet is gebleken dat in de locatie De Marwei handelingen zijn verricht om de bestelling te effectueren.Pas in maart 2004 is de daisy-speler aan klager geleverd. De beroepscommissie is van oordeel dat gelet op het belang van de daisyspeler voor klager, die slechtziend en analfabeet is, het totale tijdverloop tussen klagers verzoek ende daadwerkelijke levering van de daisy-speler onwenselijk lang is en niet voor rekening of risico van klager dient te komen. Niet aannemelijk is geworden dat door het inrichtingspersoneel terzake voldoende inspanningen zijnverricht, hetgeen wordt toegerekend aan de directeur van de inrichting. Derhalve zal de beroepscommissie het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en het beklag alsnog gegrond verklaren. In verbandmet het hierboven beschreven door klager ondervonden ongemak wordt een tegemoetkoming van € 25,= passend en geboden geacht.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en A.J. Dost, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 juli 2004

secretaris voorzitter

Naar boven