Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0161/GA, 10 juni 2004, beroep
Uitspraakdatum:10-06-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/161/GA

betreft: [klager] datum: 10 juni 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 28 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) Grave,

gericht tegen een uitspraak d.d. 22 januari 2004 van de beklagcommissie bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 mei 2004, gehouden in de penitentiaire inrichting Vught, zijn gehoord klager en de heer [...], unit-directeur bij het h.v.b. Grave.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klager het baantje van hulpreiniger niet heeft gekregen.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager beklaagt zich erover dat hij geen hulpreiniger is geworden. Hulpreiniger is geen officieel baantje; reiniger wel. Soms is er iemand nodig om de reiniger te helpen. Dan wordt er door het personeel iemand uit zijn cel gehaalden die mag dan helpen. Het personeel maakt, namens mij, deze keuze. Sommige gedetineerden hebben al een baantje en dan ligt het voor de hand dat eerder een gedetineerde wordt uitgekozen die nog geen baantje heeft. Klager had ook aleen baantje. Hij was namelijk werkzaam in de keuken.

Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ik heb de zogenoemde baantjes wissellijst gezien. Tijdens de beklagzitting had de directeur gezegd dat alleen gedetineerde V. op de lijst stond voor hulpreiniger. Deze man was echter niet geschikt. Ik heb gezien hoe hij zijn celonderhoudt en het klopt dat deze man niet geschikt is voor de functie van hulpreiniger. Op de nu in beroep overgelegde lijst staat nog een gedetineerde die zich eerder zou hebben opgegeven voor hulpreiniger dan ik. Het spijt mij omte zeggen, maar in eerste instantie stond “magazijn” achter zijn naam en in een ander handschrift is daar “hulpreiniger” van gemaakt. Ik vind, kortom, dat ik recht had op het baantje van hulpreiniger. Ik heb meegemaakt dat iemandbegon in de keuken en via hulpreiniger afdelingsreiniger werd. Dat wilde ik ook doen.

3. De beoordeling
Het h.v.b. Grave kent een zogenoemde baantjesafdeling. Volgens de huisregels van het h.v.b. Grave verblijven op deze afdeling gedetineerden die in de keuken, het bad, de bibliotheek of op andere plaatsen binnen de inrichting werken.Plaatsing op deze afdeling kan alleen geschieden indien dat zich verdraagt met de aard en de duur van de detentie en de persoonlijkheid van de betreffende gedetineerde.

Klager verbleef op de baantjesafdeling. Ten tijde van het indienen van zijn beklag was hij werkzaam in de keuken. Blijkens de baantjes wissellijst heeft hij zich op 3 december 2003 opgegeven voor hulpreiniger. Volgens klager had hijin een eerder stadium, en wel op 10 november 2003, ook al kenbaar gemaakt dat hij hulpreiniger wilde worden. Wat hier ook van zij, klager heeft het door hem beoogde baantje van hulpreiniger niet gekregen.

De beroepscommissie overweegt dat het aan de directeur is om te bepalen of een gedetineerde in aanmerking komt voor plaatsing op de baantjesafdeling en ook voor welk baantje een gedetineerde in aanmerking komt. De directeur komt indeze een discretionaire bevoegdheid toe. Klager kan, anders dan hij meent, geen recht doen gelden op een bepaald baantje, in zijn geval het baantje van hulpreiniger. Het beroep van de directeur zal dan ook gegrond worden verklaarden het beklag van klager zal alsnog ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. D.J. Dee en mr. J.R. Meijeringh, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 10 juni 2004

secretaris voorzitter

Naar boven