Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0982/GB, 1 juli 2004, beroep
Uitspraakdatum:01-07-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/982/GB

Betreft: [klager] datum: 1 juli 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 18 mei 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, gedateerd 13 mei 2004, van

[...], geboren op [1958], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 mei 2004 genomen – en op 10 mei 2004 aan klager uitgereikte – beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Lelystad ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 27 juni 2003 gedetineerd. Vanuit het huis van bewaring Demersluis te Amsterdam is hij op 3 juni 2004 geplaatst in de gevangenis Lelystad, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van veertig maanden met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 27 februari 2004. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 4 september 2005.Aansluitend dient hij eventueel een subsidiaire hechtenis van twee dagen te ondergaan.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Klager is in afwachting van zijn verblijfsvergunning. Bij een positieve beslissing zou hij – in verband met zijn werk en woonruimte – graag in een gevangenis in de omgeving van Den Bosch worden geplaatst.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager was veroordeeld tot een onherroepelijke vrijheidsstraf en diende derhalve voor een gevangenis te worden geselecteerd. Gekozen is voor Lelystad omdat klager in de buurt van zijn raadsman geplaatst wilde worden in verband metde procedure over zijn verblijfsvergunning. Plaatsing in Amsterdam stuit op onoverkomelijke bezwaren. Mocht klager een verblijfsvergunning krijgen, dan is de selectiefunctionaris bereid een verzoek tot overplaatsing naar degevangenis Nieuw Vosseveld te Vught, eveneens een inrichting met een regime van algehele gemeenschap, welwillend te bezien.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis Lelystad is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager is veroordeeld tot een onherroepelijke vrijheidsstraf en diende derhalve te worden geselecteerd voor een gevangenis. Aan klagers in bezwaar geuite wens de beslissing over zijn verblijfsvergunning in het h.v.b. Demersluiste mogen afwachten, kon de selectiefunctionaris derhalve op goede gronden niet voldoen. In het kader van de selectieprocedure had klager, blijkens het selectieadvies van het h.v.b. Demersluis, zijn voorkeur uitgesproken voor eengevangenis in de buurt van Amsterdam, zodat zijn advocaat hem kon blijven bezoeken in verband met de procedure over zijn verblijfsvergunning. Hierop is klager geselecteerd voor de gevangenis Lelystad, waarbij zij aangetekend dat inAmsterdam geen gevangenis is.
In bezwaar heeft klager nog aangegeven bij een positieve beslissing op zijn verzoek om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning graag in een gevangenis in de omgeving van Den Bosch te worden geplaatst. Deselectiefunctionaris heeft zich bereid verklaard een verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis Nieuw Vosseveld welwillend te bezien wanneer klager in het bezit wordt gesteld van een verblijfsvergunning.

4.3. De beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, tegen de achtergrond van hetgeen is overwogen onder 4.2, bijafweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klagers beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. P.N.E. Plooij, secretaris, op 1 juli 2004

secretaris voorzitter

Naar boven