Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1229/GV, 29 juni 2004, beroep
Uitspraakdatum:29-06-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/1229/GV

betreft: [klager] datum: 29 juni 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 15 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift gedateerd 9 juni 2004 van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 juni 2004 genomen beslissing van de Minister van Justitie (de Minister), welke op 8 juni 2004 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Minister in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om zijn beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Minister heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking c.q. incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft aangevoerd dat zijn verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting ten onrechte is afgewezen. Dit heeft hij als volgt toegelicht. Klager heeft een verzoek om verlof ingediend om de bruiloft van zijn zus op 21 juni2004 te kunnen bijwonen en om het graf van zijn onlangs overleden moeder te kunnen bezoeken. De inrichting en de officier van justitie hadden geen bezwaar tegen toewijzing van klagers verzoek. Ook de plaats van de bruiloft Meppelkan geen bezwaar opleveren. De plaats delict was Coevorden. Klager vraagt zich af op grond van welke inlichtingen en adviezen de selectiefunctionaris zijn verzoek heeft afgewezen. Klager kon toentertijd niet aanwezig zijn bij debegrafenis van zijn moeder, omdat hij door onwaarschijnlijke omstandigheden op lijst 2 was geplaatst in verband met een dreigende escalatie tijdens terechtzittingen met de familie van het slachtoffer. Desondanks is klager meer daneen jaar op gewone wijze getransporteerd door
DV & O. Inmiddels is hij al geruime tijd van lijst 2 af. Het kan zijn dat de selectiefunctionaris het verzoek heeft afgewezen omdat er een andere vorm van verlof mogelijk is, bijvoorbeeld incidenteel verlof. In dat geval is klagerslecht geïnformeerd door het b.s.d. en hoopt hij dat dit rechtgezet kan worden middels het beroepschrift. Verzocht wordt om de zaak met spoed te behandelen.

Namens de Minister is de bestreden beslissing als volgt toegelicht, welke toelichting d.d. 23 juni 2004 op het secretariaat van de Raad is ontvangen. Slechts in zeer bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, waarin nietkan worden volstaan met een andere vorm van verlof, kan strafonderbreking worden verleend. Daarbij wordt tevens een afweging gemaakt tussen het persoonlijk belang van klager bij de strafonderbreking en het maatschappelijk belang vaneen ongestoorde tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. Het verzoek is afgewezen in verband met de aard van het delict, de lengte van de straf en de v.i.-datum 15 mei 2009. Daarbij komt dat het bijwonen van een huwelijk of hetbezoeken van een graf geenszins binnen de criteria vallen die een strafonderbreking mogelijk maken.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Doetinchem heeft aangegeven gedragsmatig geen bezwaar te hebben tegen strafonderbreking.
De officier van justitie bij het arrondissementsparket te Assen heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen een onbegeleid incidenteel verlof.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van twaalf jaar met aftrek, wegens moord en vernieling. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 15 mei 2009.
Op grond van artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (d.d. 24 december 1998, nr. 733726/98/DJI, hierna te noemen de Regeling,) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden inde persoonlijke sfeer dat niet kan worden volstaan met een andere vorm van verlof.
Krachtens artikel 21 van de Regeling kan incidenteel verlof worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is
De beroepscommissie is met betrekking tot het bijwonen van de bruiloft van klagers zuster en het bezoek aan het graf van zijn moeder van oordeel dat geen sprake is van zodanig bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 34 vande Regeling dat strafonderbreking dient te worden verleend. Voorts is ook geen sprake is van een gebeurtenis in de persoonlijke sfeer van klager als bedoeld in artikel 21 van de Regeling, waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk zouzijn.
De afwijzing van klagers verlofaanvraag is derhalve niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, waarbij tevens is gelet op de ernst van het door klager gepleegde feit en het langestrafrestant, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.G. Bosch en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 juni 2004

secretaris voorzitter

Naar boven