Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0672/GB, 16 juni 2004, beroep
Uitspraakdatum:16-06-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/672/GB

Betreft: [klager] datum: 16 juni 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 6 april 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.J. vanGils, namens

[...], geboren op [1966] , verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 maart 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke aan klager is uitgereikt op 30 maart 2004,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) in Amsterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 9 februari 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. te Breda.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar een h.v.b. in Amsterdam als volgt toegelicht.
De vriendin van klager woont met hun drie jonge kinderen in Amsterdam. Mede omdat zij werkt en de kinderen naar school gaan, is het bijna niet mogelijk bij klager op bezoek te komen.
De officier van justitie heeft aangegeven te bevorderen dat klager naar een h.v.b. in Amsterdam zou worden overgeplaatst.
Tot slot is gebleken dat medeverdachten van klager wel naar een h.v.b. in Amsterdam zijn overgeplaatst.
Namens klager is op 10 mei 2004 per fax aan de Raad de mededeling van 1 april 2004 van de officier van justitie gezonden, waaruit blijkt dat hij, tevergeefs, contact heeft gezocht met de selectiefunctionaris. Tevens is door deraadsman een beslissing overgelegd van een medegedetineerde die wel overeenkomstig zijn verzoek is overgeplaatst. Deze fax is in afschrift toegezonden aan de selectiefunctionaris.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager verblijft in een h.v.b. in de buurt van het parket van insluiting. Dit om de transportlijnen zo kort mogelijk te houden. Mede gezien de capaciteitsproblematiek is besloten klagers verzoek af te wijzen. Dat de zaaksofficierzou bevorderen dat klager kon worden overgeplaatst, is bij de selectiefunctionaris niet bekend. Evenmin is gebleken dat medeverdachten, die in een vergelijkbare situatie als klager verkeerden, wel zouden zijn overgeplaatst.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris moet bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt.
Nu is komen vast te staan dat de officier van justitie zich met de zaak heeft bemoeid en instemde met de overplaatsing van klager, is de bestreden beslissing onvoldoende met redenen omkleed en wordt het beroep gegrond verklaard.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Aan klager zal geen tegemoetkoming worden toegekend.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij bepaalt dat aan klager geen tegemoetkoming zal worden toegekend.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 16 juni 2004

secretaris voorzitter

Naar boven