Nummer: 04/873/GB
Betreft: [klager] datum: 18 juni 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 29 april 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1980], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 20 april 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 23 april 2004 aan klager is uitgereikt,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een huis van bewaring (h.v.b.) te Breda of Tilburg afgewezen.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 15 maart 2004 gedetineerd. Hij verblijft als preventief gehechte in het h.v.b. Lelystad.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de afwijzing van het verzoek tot overplaatsing naar een h.v.b. te Breda of Tilburg als volgt toegelicht.
Klager heeft bij zijn verzoek tot overplaatsing een medische verklaring gevoegd en het telefoonnummer van de arts van klagers vader. Uit de beslissing van de selectiefunctionaris valt op te maken dat die stukken niet zijnaangekomen. De b.s.d.-medewerker heeft de stukken ook gezien en heeft zelf de stukken op de post gedaan.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Op de verklaring van de huisarts van, naar valt af te leiden uit de op die verklaring vermelde geboortedatum, klagers oma, staat vermeld dat zij slecht tot lange reizen in staat is, omdat dit toename van haar klachten zouveroorzaken. Voorts wordt de selectiefunctionaris door klager verzocht om contact op te nemen met de arts van klagers vader. Klager dient zelf met onderbouwing van zijn verzoek te komen. Het kan niet zo zijn dat deselectiefunctionaris op onderzoek dient uit te gaan om het verzoek van klager te voorzien van onderbouwing. Voorts verstrekt een medicus geen informatie over patiënten aan derden. Klager is gedetineerd voor het parket Utrecht. Opvoorhand is plaatsing in Tilburg of Breda uitgesloten, omdat namelijk het parket van insluiting leidend is.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Klager is ten behoeve van het arrondissementsparket Utrecht ingesloten in een ander arrondissement, namelijk in het h.v.b. Lelystad. De beroepscommissie is van oordeel dat de motivering van de selectiefunctionaris om klagersverzoek tot overplaatsing naar een h.v.b. te Breda of Tilburg af te wijzen, inhoudende dat het parket van insluiting leidend is voor wat betreft de plaats van detentie, in dit geval niet juist is, omdat klager niet gedetineerd is ineen inrichting binnen het arrondissement Utrecht of in een inrichting die capaciteit beschikbaar houdt voor het arrondissement. Derhalve kan voormelde motivering de beslissing van de selectiefunctionaris niet dragen. Derhalve dientde bestreden beslissing te worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 18 juni 2004
secretaris voorzitter