Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/1224/SGA, 18 juni 2004, schorsing
Uitspraakdatum:18-06-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/1224/SGA
Betreft: [klager] datum: 18 juni 2004

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 15 juni 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingedienddoor mr. M.L. Tuijnenburg Muijs te Rotterdam, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in het huis van bewaring (h.v.b.) Noordsingel te Rotterdam.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie, inhoudende de plaatsing van verzoeker in een meerpersoonscel.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het op 3 juni 2004 bij de beklagcommissie ingekomen klaagschrift, alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur d.d. 17 juni 2004.

1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Namens verzoeker is het verzoek schriftelijk toegelicht. Daarbij is het volgende aangevoerd. Verzoeker is op 14 juni 2004 gedwongen geplaatst op een meerpersoonscel. Verzoeker spreekt enkel Marokkaans en met hem is niet over zijnbereidheid tot plaatsing in een meerpersoonscel gesproken. Hij is zondermeer in een meerpersoonscel geplaatst.

Uit de inlichtingen van de directeur komt onder meer het volgende naar voren. Verzoeker is op 14 juni 2004 op een meerpersoonscel geplaatst. De directeur zal voor verzoeker, die heeft aangegeven niet vrijwillig mee te willen werkenbij plaatsing in een meerpersoonscel, een andere (persoonlijke) verblijfsruimte moeten zoeken

2. De beoordeling
Verzoeker verblijft in het h.v.b. Noordsingel te Rotterdam. Blijkens de bestemmingsaanwijzing is het h.v.b. Noordsingel aangewezen als een inrichting met een standaardregime van beperkte gemeenschap. Op inrichtingen met een regimevan beperkte gemeenschap is het bepaalde in artikel 21 van de Pbw van toepassing. Dat artikel luidt:
"In een regime van beperkte gemeenschap worden gedetineerden in de gelegenheid gesteld gemeenschappelijk aan activiteiten deel te nemen. Overigens houden zij zich op in de voor hen persoonlijk bestemde verblijfsruimten."

Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen komt de voorzitter tot het voorlopig oordeel dat
- nu voldoende aannemelijk is, dat er geen sprake is van vrijwillige medewerking bij verzoekers plaatsing in de meerpersoonscel - de onderhavige beslissing van de directeur is genomen in strijd met het hiervoor genoemde wettelijkvoorschrift van artikel 21 van de Pbw.

Het verzoek zal daarom worden toegewezen en de beslissing van de directeur, inhoudende de plaatsing van verzoeker in een meerpersoonscel, zal met onmiddellijke ingang worden geschorst tot het moment dat de beklagcommissie zal hebbenbeslist op het beklag.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de onderhavige beslissing van de directeur, strekkende tot plaatsing van verzoeker in een meerpersoonscel, met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het beklagheeft beslist.

Aldus gedaan door mr. Y.A.J.M. van Kuijck, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 juni 2004.

secretaris voorzitter

Naar boven