Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0892/GB, 8 juni 2004, beroep
Uitspraakdatum:08-06-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/892/GB

Betreft: [klager] datum: 8 juni 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een blijkens het poststempel op 28 april 2004 verzonden en op 3 mei 2004 bij het secretariaat van de Raadingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1984], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 23 april 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen (jovo-h.v.b.) Nieuw Vosseveld te Vught ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 8 januari 2004 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. Overmaze te Maastricht. Op 4 mei 2004 is hij overgeplaatst naar het h.v.b.-jovo Nieuw Vosseveld.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager kan zich niet vinden in zijn overplaatsing naar het jovo-h.v.b. in Vught. In Vught verblijven klager vijandig gezinde gedetineerden. Klager is daarom bang dat er een escalatie plaats zal vinden. Om die reden verzoekt klagerom terugplaatsing naar Maastricht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het bezwaarschrift van klager is op 23 april 2004 afgewezen. Klager wil niet overgeplaatst worden naar Vught omdat hij daar vijanden zou hebben. Klager heeft evenwel niet aangegeven om welke gedetineerden het zou gaan en welke dereden is dat klager problemen heeft met die andere personen. Klager is jovo-geïndiceerd en moet daarom geplaatst worden in een jovo-inrichting. Gelet op het parket van insluiting is het jovo-h.v.b. Nieuw Vosseveld de aangewezeninrichting. Naast het belang van de gedetineerde heeft de selectiefunctionaris rekening te houden met het belang van een goede rechtsgang. Een goede bereikbaarheid van de inrichting en toegang tot de gedetineerden voor justitiëlefunctionarissen, rechtshulpverleners en andere hulpverlenende instanties staan voorop. Plaatsing van klager in Maastricht zou de hiervoor genoemde algemene belangen in de weg staan. Mede gelet op de onvoldoende onderbouwing van zijnbezwaar heeft de selectiefunctionaris besloten klager te plaatsen in een inrichting met een jovo-afdeling zo dicht mogelijk bij het parket van insluiting.

4. De beoordeling
4.1. Het jovo-h.v.b. Nieuw Vosseveld is aangewezen als een huis van bewaring voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau alsmede als inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel16 Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden.

4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet is gericht tegen zijn jovo-indicatie, maar dat hij het niet eens is met de keuze van het h.v.b. waar hij dient te verblijven. Blijkens de indicatiestelling heeftklager een tekortkoming ten aanzien van zijn opleidingen. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria,niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Daarbij is aanmerking genomen dat klager in voorlopige hechtenis verblijft voor hetarrondissementsparket Breda. Hetgeen door klager, overigens zonder enige ondebouwing, is aangevoerd over mogelijke problemen met niet nader genoemde in Vught verblijvende gedetineerden maakt dit oordeel niet anders.
Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 8 juni 2004

secretaris voorzitter

Naar boven