Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0156/GM, 25 mei 2004, beroep
Uitspraakdatum:25-05-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/156/GM

betreft: [klager] datum: 25 mei 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennis genomen van een op 28 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. Serrarens, advocaat teMaastricht, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag d.d. 22 januari 2004 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 april 2004, gehouden in de p.i. Amsterdam, is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw voornoemd.
De inrichtingsarts verbonden aan de p.i. Vught heeft volstaan met een schriftelijke reactie op het beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur d.d. 20 november 2003, betreft het niet doorverwijzen naar klagers eigen oogarts.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Door en namens klager is de klacht als volgt toegelicht. Klager is aan één oog blind en heeft aan zijn goede oog regelmatig klachten. Hij staat al 17 jaar onder behandeling van een vaste oogarts. Toen klager in de p.i. Vught weerenige last kreeg aan zijn oog, heeft de inrichtingsarts hem verwezen naar een oogarts in het ziekenhuis te Den Bosch. Klager was het hier niet mee eens; hij had zijns inziens moeten worden verwezen naar zijn oogarts, verbonden aanhet ziekenhuis te Roermond. In de afgelopen 17 jaar is hij slechts één maal behandeld door een collega-oogarts, van wie hij prompt medicijnen kreeg die averechts werkten. Vanuit de diverse penitentiaire inrichtingen, waar hij deafgelopen vijf jaar heeft verbleven, is hij steeds vervoerd naar zijn eigen oogarts. De desbetreffende inrichtingsartsen waren ervan overtuigd dat klager een te respecteren belang heeft bij consultatie van zijn eigen oogarts. In ditverband is van belang dat klager altijd bij hem terecht kan. Dit argument weegt zwaarder dan het feit dat het vervoer naar de eigen oogarts een half uurtje langer zou duren. Voorzover daarvoor extra kosten zouden moeten wordengemaakt, had klager die zonodig zelf willen betalen. Dit is hem echter in het geheel niet voorgelegd. Daarbij komt dat het recht op vrije artsenkeuze, dat ook voor gedetineerden is vastgelegd, blijkens de Memorie van toelichting opde Pbw eveneens geldt met betrekking tot specialisten. Dit recht lijkt jegens klager in het onderhavige geval te zijn geschonden.
Klager verklaarde desgevraagd nog dat hij destijds de oogarts in Den Bosch heeft bezocht. Deze heeft hem onderzocht en vastgesteld dat het oog weliswaar was geïrriteerd door stof, doch dat geen herpesvirus aanwezig was.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. De schriftelijke aanwijzing van de door klager bedoelde oogarts hield in dat klager bij problemen aan zijn oog zo spoedig mogelijk door een oogarts gezien moest worden. Toenklager op 11 november 2003 een rood oog bleek te hebben, is hij nog diezelfde dag verwezen naar en gezien door een oogarts in Den Bosch. Overigens is klager de door deze oogarts gemaakte controleafspraak niet nagekomen. Hierdoorheeft klager gehandeld in strijd met de WGBO, waaromtrent door de beroepscommissie eveneens een oordeel ware te geven.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt dat de inrichtingsarts tijdens een consult constateerde dat klager last had van een rood oog. Dit betekende dat hij, gelet op de medische voorgeschiedenis omtrent zijn ogen, en in het bijzonder deaanwijzing van de hem reeds langdurig behandelend oogarts, ten spoedigste door een oogarts gezien diende te worden. Dat dit de eigen oogarts zou moeten zijn is in die aanwijzing zelfs niet gesuggereerd. Door voor klager onverwijldeen consult te regelen bij een oogarts in de regio, die klager nog diezelfde dag heeft onderzocht, heeft de inrichtingsarts naar het oordeel van de beroepscommissie medisch adequaat gehandeld.
Voorzover namens klager is betoogd dat de inrichtingsarts hiermee heeft gehandeld in strijd met klagers recht op een vrije artsenkeuze, welk recht evenzeer geldt voor specialisten, merkt zij het volgende op. Artikel 42, tweede lid,Pbw bepaalt dat een gedetineerde recht heeft op raadpleging, voor eigen rekening, van een arts van zijn keuze. Deze consultatie is, aldus de Memorie van toelichting, niet beperkt tot de (huis)arts; ook medisch specialisten kunnenworden geraadpleegd. Het recht is evenwel beperkt tot raadpleging en omvat niet tevens het voorschrijven van een behandeling, zoals in de vorm van medicatie. Dit betekent voor het onderhavige geval, waar klager ten spoedigste eeneventuele behandeling aan zijn oog diende te ondergaan, dat het recht op vrije artsenkeuze niet aan de orde was. Dit laat uiteraard onverlet dat klager wel het recht had en heeft om nadien, voor eigen rekening, alsnog zijn eigenoogarts te raadplegen.
Waar de inrichtingsarts tenslotte nog heeft verzocht om een oordeel te geven over het niet nakomen door klager van een door de ingeschakelde oogarts gemaakte controleafspraak, overweegt zij dat deze kwestie geen onderdeel van deklacht vormt, weshalve zij daarover geen uitspraak doet.
De beroepscommissie is, het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien, van oordeel dat het handelen van de inrichtingsarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zalderhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en prof.dr. W.J. Schudel, leden, in tegenwoordigheid van mr. F.H.L. Cusell-te Gussinklo, secretaris, op 25mei 2004

secretaris voorzitter

Naar boven