Nummer: 04/802/GB
Betreft: [klager] datum: 14 mei 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 16 april 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1971], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 7 april 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, die op 14 april 2004 aan klager is uitgereikt,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot terugplaatsing naar de gevangenis Maashegge te Overloon afgewezen.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 23 december 2003 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis Maashegge, een beperkt beveiligde inrichting. Op 19 maart 2004 is hij overgeplaatst naar het huis van bewaring Maashegge.
2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van drie maanden. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 23 december 2003. Aansluitend dient hij een gevangenisstraf van drie weken, principale hechtenis van twee weken envervangende hechtenis van 25 dagen te ondergaan. De einddatum van de detentie valt op 19 mei 2004.
2.3. Bij uitspraak van 22 april 2004, met kenmerk 7912-04, van de alleensprekende beklagrechter bij de gevangenis Maashegge, is klagers beklag betreffende een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voorde duur van veertien dagen, in afwachting van een beslissing van de selectiefunctionaris, in verband met een positieve score op het gebruik van coca?ne na een urinecontrole ongegrond verklaard. Klager is niet in beroep gekomenwaardoor deze uitspraak onherroepelijk is geworden.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
Klager verbleef in een halfopen inrichting en verblijft nu in een strafgevangenis waar hij al vijf weken lang 23 uur achter de deur zit voor iets dat hij niet heeft gedaan. Toen hij van verlof terug kwam, moest hij plassen voor eenurinecontrole. Drie dagen later is hij vijf dagen in de iso gezet. Klager heeft alle onderzoeken laten doen die er zijn en daar komen drie verschillende uitslagen uit, terwijl er maar twee buisjes zijn. Klager mist zijn dochtertjeen zijn vrouw en houdt het daar niet meer uit. Thuis loopt de spanning ook op, want klager zou een autobedrijf openen en dat loopt nu ook helemaal verkeerd.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager verzoekt om terugplaatsing naar de gevangenis Maashegge. Hij was daar weggeplaatst, omdat bij een urinecontrole bleek dat hij harddrugs had gebruikt. Klagers vrouw maakt in een brief melding van mogelijke beïnvloeding van deuitslag door het gebruik van paracetamol met codeine. De selectiefunctionaris heeft dit nagevraagd bij het Deltalab. Het antwoord was dat werd getest op stoffen waarbij het gebruik van cocaïne vast staat. De genoemde medicijnenkunnen de uitslag niet be?nvloed hebben.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (15 augustus 2000, nummer 5042803/00/DJI), die op 1 oktober 2000 in werking is getreden, komen naast zelfmelders voor plaatsing ineen beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de Memorie van Toelichting op dit artikel staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een belangrijke rolspeelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van depreventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen deaard, zwaarte en achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. De beroepscommissie stelt op gond van de stukken vast dat klager bij een urinecontrole en een herhalingsonderzoek positief is bevonden op cocaïne. Bij een bevestigingsonderzoek is een metaboliet van cocaine aangetoond enluidt de conclusie van het Deltalab dat gebruik van cocaïne is bevestigd. Klager heeft voor de beklagcommissie aangegeven tijdens het verlof een viagrapil van een onbekende persoon te hebben ingenomen. De in beroep door zijn vrouwgeopperde mogelijkheid van be?nvloeding van de uitslag door een paracetamol met codeïne is, bij navraag door de selectiefunctionaris, door het Deltalab afgewezen. Gelet hierop is de beroepscommissie van oordeel dat klager niet(langer) geschikt is voor verblijf in de beperkt beveiligde inrichting Maashegge. De afwijzende beslissing van de selectiefunctionaris is derhalve niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komendebelangen, evenmin als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 14 mei 2004
secretaris voorzitter