Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0140/GA, 29 april 2004, beroep
Uitspraakdatum:29-04-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 04/140/GA

betreft: [klager] datum: 29 april 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 27 januari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Amerswiel te Heerhugowaard,

gericht tegen een uitspraak d.d. 20 januari 2004 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gedaan ten behoeve van [...] verder te noemen klaagster, voorzover deze de vaststelling van een tegemoetkoming betreft,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 14 april 2004, gehouden in de p.i. Amsterdam, is de heer [...] unit-directeur bij voormelde locatie gehoord.
Hoewel klaagster, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is zij niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 189,= vastgesteld vanwege de gegrondverklaring van klaagsters beklag betreffende de vermissing van goederen, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klaagster
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De directeur is van mening dat de tegemoetkoming niet bedoeld is als schadevergoeding. Op zich is hij wel bereid aan klaagster een bedrag van € 103,= te betalen ter vergoeding van de door haar geleden schade. Dat is echter in hetkader van een tegemoetkoming niet aan de orde.

Klaagster heeft haar standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3.
De beoordeling
Indien de rechtsgevolgen van een vernietigde beslissing niet meer ongedaan te maken zijn, kan in daarvoor in aanmerking komende gevallen een tegemoetkoming worden vastgesteld voor het door betrokkene ondervonden ongemak. Alsmaatstaf daarvoor kunnen dienen het eventueel gederfde loon en de gemiste faciliteiten. Genoemd ongemak bestond voor klaagster uit de gevolgen van de vermissing van een aantal aan haar toebehorende goederen en een treinkaartje.
De beklagcommissie heeft in haar uitspraak een berekening gemaakt van de (geschatte) waarde van de door klaagster vermiste goederen en daarbij bepaald dat de directeur die waarde aan klaagster dient te vergoeden. Om die reden heeftde beklagcommissie de hoogte van de tegemoetkoming vastgesteld op € 189,=.
De tegemoetkoming is evenwel niet bedoeld als schadevergoeding, voor het verkrijgen waarvan andere wegen openstaan. Zo kan klaagster ingevolge de circulaire van 13 augustus 1993, kenmerk 383893/93/DJ, een verzoek om schadevergoedingrichten aan de directeur van de desbetreffende inrichting, terwijl zij zich ook kan wenden tot de civiele rechter.
Hiervan uitgaande is een tegemoetkoming van € 189,= onjuist. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal een lagere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klaagster een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. W.J. Schudel , leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 29 april 2004

secretaris voorzitter

Naar boven