Nummer: 04/337/GB
Betreft: [klager] datum: 20 april 2004
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 24 februari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], geboren op [1982], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 12 februari 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 18 februari 2004 aan klager is uitgereikt,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen (jovo-h.v.b.) te Zwaag ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 21 december 2003 gedetineerd. Hij verbleef als preventief gehechte in het h.v.b. De Schutterswei te Alkmaar. Op 24 februari 2004 is hij overgeplaatst naar het jovo-h.v.b. te Zwaag.
3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager wil graag geplaatst worden in een h.v.b. in de buurt van IJsselstein, waar zijn moeder woont. Zij is invalide en kan klager derhalve niet in Zwaag komen bezoeken.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is volgens de eerste indicatiestelling jovo-geïndiceerd. Hij scoort op het item B (opleiding). Daartoe zijn specifieke inrichtingen aangewezen door de Minister van justitie. Klager zit preventief voor arrondissementsparketAlkmaar, zodat hij ingesloten dient te worden in Zwaag, vanwege de zo kort mogelijke transportlijnen naar de rechtbank en om de rechtsgang zo weinig mogelijk te belemmeren.
4. De beoordeling
4.1. Het jovo-h.v.b. Zwaag is aangewezen als een huis van bewaring voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau alsmede als inrichting voor bijzondere opvang als bedoeld in artikel 16Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna de Regeling).
4.2. De beroepscommissie stelt vast dat het beroep van klager niet is gericht tegen zijn jovo-indicatie, maar dat hij het niet eens is met de keuze van het h.v.b. waar hij dient te verblijven. De op de onder 3.2 genoemde grondengebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd met de wet en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenminals onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Daarbij is in aanmerking genomen dat klager in voorlopige hechtenis verblijft voor het arrondissementsparket Alkmaar. Hetgeen door klager is aangevoerd omtrent de bezoekmogelijkhedenmaakt dit oordeel niet anders. Daarbij is van belang dat uit de door klager overgelegde verklaring omtrent de gezondheidstoestand van zijn moeder onvoldoende kan blijken dat zij niet tot reizen in staat is. Het beroep zal daaromongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 20 april 2004
secretaris voorzitter