Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0334/GB, 20 april 2004, beroep
Uitspraakdatum:20-04-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/334/GB

Betreft: [klager] datum: 20 april 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 24 februari 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1982], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 12 februari 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 20 februari 2004 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in het huis van bewaring voor psychologisch onvolwassenen (jovo-h.v.b.) te Scheveningen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 17 december 2003 gedetineerd ter tenuitvoerlegging van verschillende sancties. Hij verblijft in het h.v.b. De Boschpoort te Breda. Vanuit dit h.v.b. is hij geherselecteerd voor het jovo-h.v.b. te Scheveningen. Dezeoverplaatsing was ten tijde van het instellen van het beroep nog niet gerealiseerd.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Het jovo-h.v.b. te Scheveningen is te ver gelegen van de woonplaats van zijn familie. Voorts wil klager niet zo graag naar een jovo-afdeling. Hij wacht op selectie voor een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau in Zeeland ofhet detentiehuis te Breda.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Volgens de eerste indicatiestelling is klager jovo-geïndiceerd. Hij scoort op het item B (opleiding). Door de Minister van Justitie zijn hiertoe specifieke inrichtingen aangewezen.

4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als veroordeelde in afwachting van zijn plaatsing in een gevangenis, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.

4.2. Volgens artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden worden in inrichtingen of afdelingen voor bijzondere opvang van psychologisch onvolwassenen onder meer gedetineerden geplaatst die ouderzijn dan 17 jaar en die zich door hun gedrag kenmerken als psychologisch onvolwassen. Uit het handboek voor de bijzondere opvang van psychologisch onvolwassen mannen binnen het gevangeniswezen, Ministerie van Justitie, DienstJustitiële Inrichtingen, augustus 2001, kan worden afgeleid dat psychologische onvolwassenheid zich in algemene zin kenmerkt door een gebrek aan vaardigheden die noodzakelijk zijn voor een goede persoonlijke ontwikkeling. Daarbijkomt dat gedetineerden in de leeftijd van 16 tot (indicatief) 24 jaar zich in het algemeen in een relatief kwetsbare periode van hun ontwikkeling bevinden. Om te bepalen of een gedetineerde is gebaat bij plaatsing in een inrichtingvoor psychologisch onvolwassenen vindt indicatiestelling plaats.

4.3. De beroepscommissie stelt vast dat klager, gelet op de tekst van artikel 16 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden aanhef en onder b, qua leeftijd valt onder de categorie gedetineerden die in eenjovo-inrichting kunnen worden geplaatst. Voorts is uit klagers indicatiestelling gebleken dat hij tekortkoming heeft voor wat betreft zijn opleiding. Gelet daarop voldoet klager ook aan het tweede criterium van artikel 16 van deRegeling.

4.4. Tegen de achtergrond van het onder 4.2 overwogene komt de beroepscommissie tot het oordeel dat de beslissing van de selectiefunctionaris niet in strijd is met de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen,evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt. Nu klager, eerst in beroep, zonder deugdelijke onderbouwing aangeeft niet zo graag naar een jovo-afdeling te willen en de bezwaren die klager aanvoert omtrent debezoekmogelijkheden bij plaatsing in het jovo-h.v.b. te Scheveningen van onvoldoende gewicht zijn, acht de beroepscommissie onvoldoende termen aanwezig om tot een ander oordeel te komen.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 20 april 2004

secretaris voorzitter

Naar boven