Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 04/0558/GB, 16 april 2004, beroep
Uitspraakdatum:16-04-2004

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 04/558/GB

Betreft: [klager] datum: 16 april 2004

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 19 maart 2004 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], geboren op [1950], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 maart 2004 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, welke op 12 maart 2004 aan klager is uitgereikt,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis De Geerhorst te Sittard ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 23 december 2002 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring Grave. Op 5 maart 2004 is hij geplaatst in de gevangenis De Geerhorst, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

2.2. Klager ondergaat een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek. De tenuitvoerlegging van deze straf is aangevangen op 6 januari 2004. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 16 augustus 2005.

3. De standpunten
3.1. Door klager is het beroep tegen de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris als volgt toegelicht.
Klager is al vijftien maanden zonder problemen gedetineerd en zou graag één keer per maand bij zijn kleinkinderen willen zijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De inrichting heeft in het selectieadvies aangegeven dat klager na zijn detentie niet weet wat hij gaat doen. De officier van justitie heeft negatief geadviseerd ten aanzien van plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (hiernab.b.i.). De inrichting conformeert zich aan het advies van de officier van justitie. Klager heeft ook een stevige staat van recidive. Dit alles in acht genomen, is er geen vertrouwen in een goed verloop van plaatsing in een b.b.i..
`

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis De Geerhorst is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager is veroordeeld voor overtreding van artikel 26 en artikel 31 van de Wet wapens en munitie tot een gevangenisstraf van vier jaar. De advocaat-generaal van het ressortsparket Den Bosch heeft geadviseerd om klager nietin een inrichting met regimair verlof te plaatsen in verband met diens veroordeling voor wapenhandel (mitrailleurs en andere zware vuurwapens), klagers vele criminele contacten en de vrees dat hij tijdens regimair verlof dewapenhandel zal voortzetten. Het h.v.b. Grave, waar klager voorheen verbleef, heeft eveneens negatief geadviseerd terzake van plaatsing in een b.b.i.. Gelet op de adviezen van het openbaar ministerie en de directeur van het h.v.b.Grave is de beroepscommissie van oordeel dat de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, nu klager voldoet aan de voor de onder 4.1 genoemde inrichting geldende criteria, niet in strijd ismet de wet en, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin als onredelijk of onbillijk kan worden aangemerkt.
Hierbij is in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de over de delicten verstrekte gegevens, in dit stadium van zijn detentie vooralsnog niet in aanmerking komtvoor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.R. Meijeringh, voorzitter, mr. A.G. Bosch en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 16 april 2004

secretaris voorzitter

Naar boven