Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ R-20/6729/TB, 22 oktober 2020, beroep
Uitspraakdatum:22-10-2020

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

nummer:         R-20/6729/TB

betreft: [klager]            datum: 22 oktober 2020

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.H.L. Antonides, namens […], verder te noemen klager, gericht tegen een beslissing van 16 april 2020 van de Minister voor Rechtsbescherming, verder te noemen verweerder, alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

De beroepscommissie heeft verweerder in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman mr. J.H.L. Antonides om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1.         De inhoud van de bestreden beslissing

Verweerder heeft beslist klager te plaatsen in FPC De Kijvelanden te Poortugaal (hierna: De Kijvelanden)

2.         De feiten

Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Verweerder heeft op 16 april 2020 beslist klager te plaatsen in De Kijvelanden.

3.         De standpunten

Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. 

Klager heeft tijdens het horen aangegeven bezwaar te hebben tegen zijn voorgenomen plaatsing in De Kijvelanden, nu aldaar niet de juiste behandeling beschikbaar is. Klager heeft geen bezwaar tegen plaatsing in FPC Dr. S. van Mesdag (hierna: Van Mesdag).

Het is niet bekend of klager ten behoeve van het resocialisatietraject is geplaatst in De Kijvelanden. Ook is niet bekend of een werktoegeleidingsplan is opgesteld en welke mogelijkheden er voor klagers behandeling zijn bij De Kijvelanden. Vanwege het ontbreken van een resocialisatietraject, werktoegeleidingsplan of behandeling heeft klager meer vertrouwen in een verblijf in de Van Mesdag. Klager is van mening dat een behandeling in Van Mesdag beter aansluit bij hem. Het is wenselijk om aan te sluiten bij de mogelijkheden tot behandeling en de wensen van klager om te zorgen voor een zo goed mogelijk vervolg van het huidige traject.

Uit de stukken volgt niet dat sprake is van een extreem vluchtgevaar- en/of beheersrisico ten aanzien van klager. Toch is gekozen voor plaatsing in De Kijvelanden, ondanks dat een ander beveiligingsniveau passender is voor de behandeling van klager. Overplaatsing naar de Van Mesdag zal op dit moment geen vertraging opleveren voor klagers behandeling.

Van Mesdag voldoet aan de voorwaarden ten behoeve van klager. Van Mesdag heeft het juiste beveiligingsniveau en kan zorg bieden voor licht verstandelijke beperkten. Klager heeft geen bezwaar tegen overplaatsing naar Van Mesdag, ondanks de wachttijd voor plaatsing.

Klager is blij te vernemen dat uit navraag bij De Kijvelanden volgt dat sprake zou zijn van een positieve ontwikkeling bij hem. Dit geeft echter een eenzijdig beeld. In de nadere toelichting van verweerder staat vermeld dat klager regelmatig een gesprek aanvraagt met het hoofd behandeling. Dit geeft aan dat er vanuit klager initiatief moet worden genomen om enige vorm van behandeling te krijgen. Klager heeft slechts drie uur per dag dagbesteding. Er is geen airco beschikbaar op de afdeling van klager waardoor de temperatuur op sommige dagen onhoudbaar is. Klager wordt meer ingesloten dan gebruikelijk is. Klager heeft slechts twee keer therapie gehad en aan klager is medegedeeld dat er onvoldoende capaciteit is binnen de kliniek om meer therapie te krijgen op dit moment. Er wordt veel gekeken naar mogelijkheden, maar daar wordt vervolgens onvoldoende of niets mee gedaan. Klager heeft geen vertrouwen in de behandeling bij De Kijvelanden.

Namens verweerder is inzake het beroep het volgende standpunt ingenomen. 

Uit de indicatiestelling volgt dat klager voor een FPC is geïndiceerd. Aan een FPC is het hoogste beveiligingsniveau (niveau vier) gekoppeld. De Kijvelanden en Van Mesdag zijn beide als FPC aangemerkt en zij voldoen dan ook beide aan het voor klager vereiste beveiligingsniveau. Ten aanzien van het noodzakelijke zorgniveau voor klager is in de indicatiesteling bepaald dat het de voorkeur heeft hem te plaatsen in een FPC waar ook LVG-zorg wordt aangeboden. Slechts een aantal FPC´s kunnen LVG-zorg bieden, namelijk FPC De Rooyse Wissel (hierna: De Rooyse Wissel), De Kijvelanden en Van Mesdag. De Rooyse Wissel is gelegen in de regio van herkomst van klager, maar plaatsing aldaar is contra-geïndiceerd nu een familielid van klager daar werkzaam is.

Plaatsing in Van Mesdag is eveneens geen optie, nu de maximumcapaciteit daar is bereikt. De wachttijd voor plaatsing bedraagt drie tot vijf maanden. Een eventuele plaatsing aldaar zou vertraging van zijn behandeling opleveren, terwijl wordt gestreefd naar een zo kort mogelijke behandelduur. Klager heeft zijn voorkeur voor Van Mesdag overigens ook pas na het bestreden plaatsingsbesluit kenbaar gemaakt.

In De Kijvelanden was als eerste plek voor klager. Het belang om zo snel mogelijk met de behandeling te starten, prevaleert boven klagers voorkeur voor plaatsing in de Van Mesdag. Bovendien is De Kijvelanden – na De Rooyse Wissel – het dichtst gelegen bij zijn regio van herkomst en is plaatsing aldaar ook conform het plaatsingskader TBS Dwang. Van een resocialisatietraject en werktoegeleidingsplan is, nu klager pas sinds drie weken in De Kijvelanden verblijft, nog geen sprake.

Uit navraag bij De Kijvelanden blijkt dat sprake is van een positieve ontwikkeling ten aanzien van klager. Op de afdeling is te zien dat klager steeds meer aanwezig is op de groep en meer contact legt met staf en medepatiënten. Hij vraagt regelmatig een gesprek aan met het hoofd behandeling. In die gesprekken maakt hij zijn traject met de kliniek bespreekbaar en zegt hij open te staan voor behandeling. Klager volgt al zijn blokken en hij werkt met zijn coach aan een vroegsignaleringsplan. Klager is voor diagnostiek en de individuele delictscenario- procedure aangemeld. Aan de hand hiervan worden de doelen en het verdere traject bepaald. 

4.         De beoordeling

Bij de plaatsing van ter beschikking gestelden dient verweerder op grond van artikel 6.2 van de Wet forensische zorg in zijn overwegingen te betrekken:

a) de eisen die de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de ter beschikking gestelde voor de veiligheid van anderen dan de ter beschikking gestelde of de algemene veiligheid van personen of goederen stelt;

b) de eisen die de verlening van forensische zorg aan de forensische patiënt gezien de aard van de bij hem geconstateerde psychische stoornis of verstandelijke beperking stelt, en

c) de forensische zorgbehoefte en het beveiligingsniveau zoals opgenomen in de indicatiestelling.

Uitgangspunt van het Beleidskader plaatsing TBS dwang 17 oktober 2019 is dat de ter beschikking gestelde geplaatst wordt in een instelling binnen de eigen regio, tenzij sprake is van een contra-indicatie.

Uit de afgegeven indicatiestelling volgt dat klager dient te worden geplaatst in een FPC (beveiligingsniveau vier) en dat de voorkeur uitgaat naar plaatsing in een FPC waar ook LVG-zorg wordt aangeboden. Op grond hiervan zijn er drie instellingen waar klager zou kunnen worden geplaatst, namelijk De Rooyse Wissel, Van Mesdag en De Kijvelanden.

Plaatsing in De Rooyse Wissel is, hoewel gelegen in de regio van herkomst van klager, contra-geïndiceerd nu een familielid van klager daar werkzaam is.

Door verweerder is aangegeven dat plaatsing in Van Mesdag vanwege de wachttijd aldaar geen optie is. Daarnaast volgt uit de onderliggende stukken dat klager niet eerder heeft aangegeven dat hij daar geplaatst zou willen worden. In eerste instantie heeft klager immers verzocht te worden geplaatst in FPK De Woenselse Poort en later in FPC De Pompestichting. Bij beide verzoeken heeft klager aangegeven dat zijn netwerk vooral woonachtig is in Zuid-Oost Brabant/Limburg-Noord en dat een groot deel van zijn netwerk beperkt is in hun reismogelijkheden vanwege hun leeftijd.

De Kijvelanden is – na De Rooyse Wissel – het dichtst bij zijn regio van herkomst gelegen en plaatsing aldaar is dan ook conform het plaatsingskader TBS Dwang. Nu klager in eerdere verzoeken heeft aangegeven dat hij graag geplaatst wenst te worden in de buurt van zijn netwerk acht de beroepscommissie plaatsing in De Kijvelanden dan ook niet onredelijk of onbillijk. De Kijvelanden voldoet aan het vereiste beveiligingsniveau, kan de voor klager benodigde zorg bieden en de instelling is dichter in de buurt van zijn netwerk gelegen. 

Het hiervoor overwogene in aanmerking genomen kan de bestreden beslissing, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5.         De uitspraak

De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A. van Holten, voorzitter, mr. drs. L.C. Mulder en mr. T.B. Trotman, leden, in tegenwoordigheid van mr. L.E.M. Meekenkamp, secretaris, op 22 oktober 2020.

secretaris                                             voorzitter                             

Naar boven